Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- primair: de beschikking van 22 februari 2013 met aangehecht ouderschapsplan voor wat betreft de zorg- en contactregeling wordt gewijzigd in dier voege dat de hierna te noemen minderjarige [minderjarige] bij de moeder verblijft de ene week van zaterdag 08.00 uur tot dinsdag 13.00 uur en de andere week van maandag 08.00 uur tot donderdag 13.00 uur;
- subsidiair: de beschikking van 22 februari 2013 met aangehecht ouderschapsplan voor wat betreft de zorg- en contactregeling wordt gewijzigd in dier voege dat de zorg- en contactregeling wordt aangepast conform het tussen partijen overeengekomen ouderschapsplan op pagina 3 en te bepalen dat [minderjarige] de ene week van zondag 08.00 uur tot woensdag 13.00 uur bij de moeder verblijft en de ander week van maandag 08.00 uur tot donderdag 13.00 uur en vanaf het vijfde levensjaar van [minderjarige] dat zij de ene week van zaterdag 08.00 uur tot dinsdag 13.00 uur en de andere week van maandag 08.00 uur tot donderdag 13.00 uur bij de moeder verblijft.
- voormelde beschikking te vernietigen voor zover het betreft de zorg- en opvoedingstaken en opnieuw rechtdoende te bepalen dat de beschikking van 22 februari 2013 met aangehecht ouderschapsplan voor wat betreft de zorg- en contactregeling wordt gewijzigd in dier voege dat [minderjarige] ook na haar vierde en vijfde levensjaar bij de moeder zal verblijven van maandag 08.00 uur tot donderdag 13.00 uur en bij de vader zal verblijven van donderdag 13.00 uur tot maandag 08.00 uur;
- enkel en alleen wanneer het beroep van de moeder inzake de wijziging van de omgangsregeling zal worden toegewezen, voormelde beschikking te vernietigen voor wat betreft de schoolkeuze en opnieuw rechtdoende te bepalen dat [minderjarige] na de kerstvakantie, althans met ingang van een door het hof te bepalen datum zal worden ingeschreven op Het [vestigingsnaam] Broek te [vestigingsplaats] en de moeder te bevelen haar medewerking te verlenen aan deze overschrijving c.q. inschrijving.
- de moeder, bijgestaan door mr. A. Houtman, kantoorgenote van mr Reinacker;
- de vader, bijgestaan door mr. Beijersbergen van Henegouwen;
- de raad, vertegenwoordigd door de heer [vertegenwoordiger van de raad].
3.De beoordeling
- [minderjarige] zal haar hoofdverblijfplaats bij de vader hebben;
- [minderjarige] verblijft om en om een halve week bij de moeder, gevolgd door een halve week bij de vader, namelijk:
- Omdat de ouders het wenselijk achten dat [minderjarige] bij beiden af en toe een volledig(e) weekeind(dag) kan verblijven en dat de andere ouder daarmee af en toe ook een weekeind(dag) ‘vrij’ heeft, kan [minderjarige], indien het werkrooster van de moeder verandert en zij niet alle weekeinden meer werkt, één weekeindmiddag per veertien dagen bij de moeder verblijven. Daarvoor wordt één dag geruild in de omgangsregeling. Dit dient een dag te zijn die aansluit op de wekelijkse periode waarin [minderjarige] bij de vader verblijft. Deze regeling is van kracht vanaf het vierde levensjaar van [minderjarige]. Zodra [minderjarige] vijf jaar oud is, geldt dezelfde regeling, maar dan voor een volledig weekeind (zaterdagochtend tot zondagavond).
- De ouders zijn overeengekomen dat in samenspraak een keuze voor een school/vervolgopleiding wordt gemaakt. De voorkeur gaat uit naar scholen met een Rooms Katholieke signatuur.
- bepaald dat [minderjarige] met ingang van 12 juli 2014 zal worden ingeschreven op de school ’t Schrijverke te [vestigingsplaats];
- de moeder – in het geval de vader niet meewerkt binnen veertien dagen na datum van de beschikking – in plaats van de vader op grond van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) vervangende toestemming verleend om [minderjarige] met ingang van 12 juli 2014 in te schrijven op de school ’t Schrijverke te ’[vestigingsplaats];
- het meer of anders verzochte afgewezen;
- de proceskosten tussen partijen gecompenseerd aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.