Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/03/198604 / KG ZA 14-639)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties;
- de bij brief van 23 januari 2015 door de vader toegezonden producties;
- de antwoordakte van de zijde van de moeder d.d. 10 februari 2015;
- de memorie van antwoord met producties.
3.De beoordeling
Uit het huwelijk van partijen zijn geboren:
- [minderjarige 1], op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats];
- [minderjarige 2], op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] (België).
Omgang tussen de vader en [minderjarige 1] vindt niet meer plaats.
Onder begeleiding van Xonar is een ‘voorlopige’ zorgregeling tussen [minderjarige 2] en de vader vastgesteld, waarbij [minderjarige 2] ieder weekend van zaterdag 12.00 uur tot zondag 18.00 uur bij de vader verblijft en de vader [minderjarige 2] iedere woensdag naar school brengt. Vervolgens heeft de moeder ook deze ‘voorlopige’ zorgregeling stopgezet. Het laatste omgangscontact tussen de vader en [minderjarige 2] heeft op 30 oktober 2014 plaatsgevonden.