Uitspraak
10.Het verdere verloop van de procedure
11.De verdere beoordeling
.Dat dit niet heeft geleid tot vast werk voor [appellant] kan [ICT B.V.] niet worden tegengeworpen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een ontslag dat door [ICT B.V.] is gegeven aan [appellant], die werkzaam was als Senior Business Consultant. Het hof heeft in een tussenarrest van 2 april 2013 overwogen dat [ICT B.V.] onvoldoende financiële gegevens heeft overgelegd om de bedrijfseconomische noodzaak van het ontslag te onderbouwen. In het vervolg van de procedure heeft [ICT B.V.] definitieve jaarcijfers over 2010 en 2011 overgelegd, waaruit blijkt dat het bedrijf in een slechte financiële situatie verkeerde. Het hof heeft vastgesteld dat het ontslag van [appellant] op 1 mei 2011 gerechtvaardigd was, omdat de financiële omstandigheden van [ICT B.V.] op dat moment zodanig slecht waren dat ingrijpende kostenbesparende maatregelen noodzakelijk waren. Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake was van een valse of voorgewende reden voor het ontslag, en dat het afspiegelingsbeginsel niet is geschonden, aangezien [appellant] de enige werknemer in zijn functie was.
Het hof heeft ook het gevolgencriterium beoordeeld, waarbij het belang van de werkgever bij de opzegging werd afgewogen tegen de gevolgen voor de werknemer. Het hof concludeert dat de gevolgen van het ontslag voor [appellant] niet zodanig ernstig zijn dat het ontslag als kennelijk onredelijk moet worden aangemerkt. De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellant] terecht afgewezen, en het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep. [appellant] wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.