ECLI:NL:GHSHE:2015:1791

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 mei 2015
Publicatiedatum
19 mei 2015
Zaaknummer
HD200.137.578_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Werkgeversaansprakelijkheid bij verkeersongeval tijdens woon-werkverkeer

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een uitspraak van de kantonrechter in een arbeidsrechtelijke kwestie. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H.M.J. Offermans, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, dat op 7 augustus 2013 is gewezen. De zaak draait om werkgeversaansprakelijkheid in het kader van een verkeersongeval dat plaatsvond tijdens woon-werkverkeer. De appellant heeft zijn zaak ingeleid met een dagvaarding op 6 november 2013, maar het hof constateert dat het procesdossier van de eerste aanleg niet compleet is. Belangrijke processtukken ontbreken, waaronder de conclusie van antwoord, repliek en dupliek. Het hof heeft de appellant herhaaldelijk verzocht om deze ontbrekende stukken in te dienen, maar tot op heden zijn deze niet ontvangen. Het hof heeft de appellant nogmaals de gelegenheid gegeven om de ontbrekende stukken bij akte in te dienen, met de waarschuwing dat het hof daaruit de gevolgtrekking kan maken die het geraden acht indien de appellant hier niet aan voldoet. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en zal op 2 juni 2015 opnieuw op de rol komen voor akte aan de zijde van de appellant.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.137.578/01
arrest van 19 mei 2015
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. H.M.J. Offermans te Roermond,
tegen
[Tankstation] Tankstation B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. J.M. Pals te Roermond,
op het bij exploot van dagvaarding van 6 november 2013 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond van 7 augustus 2013, gewezen tussen [appellant] als eiser en [geïntimeerde] als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 360607/CV EXPL 12-6457)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven met 31 producties en eiswijziging;
  • de memorie van antwoord;
  • de akte van [appellant] van 8 april 2014 met één productie;
  • de antwoordakte van [geïntimeerde] van 6 mei 2014.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

3.1.
Het hof heeft geconstateerd dat het overgelegde procesdossier van de eerste aanleg niet compleet is. De conclusie van antwoord met producties, de conclusie van repliek met producties en de conclusie van dupliek met producties ontbreken in het dossier. Op grond van artikel 3.1 van het ‘Procesreglement per 1 januari 2013 voor de pilot civiele dagvaardingszaken bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch’ is het aan de appellant om tegelijkertijd met de indiening van de zaak bij de griffie van het hof een volledig procesdossier in eerste aanleg te overleggen. Het hof heeft mr. Offermans bij e-mailberichten van 19 februari 2015 en 12 maart 2015 verzocht om de ontbrekende stukken alsnog in het geding te brengen. Tot op heden heeft het hof de ontbrekende stukken evenwel nog niet ontvangen.
Het hof zal [appellant] nogmaals in de gelegenheid stellen om bij akte de conclusie van antwoord met producties, de conclusie van repliek met producties en de conclusie van dupliek met producties in het geding te brengen. Het hof wijst daarbij op artikel 34 Rv. Indien [appellant] zonder gewichtige redenen niet aan het voorgaande voldoet, kan het hof daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.
3.2.
Ieder verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 2 juni 2015 voor akte aan de zijde van [appellant] met het hiervoor onder 3.1 omschreven doel;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.J.H.A. Venner-Lijten, Y.L.L.A.M. Delfos-Roy en R.J.M. Cremers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 mei 2015.
griffier rolraadsheer