Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1],
6.Het verdere verloop van het geding
- de memorie na enquête van C1000 van 3 maart 2015;
- de antwoordmemorie na enquête van [appellant] van 31 maart 2015 met een productie.
7.De verdere beoordeling
primairevordering van [appellant] niet toewijsbaar geoordeeld, zodat alleen de
subsidiairevordering van [appellant], zoals in hoger beroep gewijzigd, ter beoordeling voorligt. Deze vordering betreft, kort gezegd, betaling van een (schade)vergoeding over de periode van 1 september 2011 tot en met 29 november 2012 (1) en mutatieschade aan het gehuurde (2).
begrepen. In haar memorie na enquête noemt C1000 nog de vermelding van een telefoongesprek tussen de raadslieden van partijen op 9 februari 2012, maar over de inhoud hiervan is niets naar voren gebracht zodat daaraan geen argumenten zijn te ontlenen. Ook overigens is uit de overgelegde producties en de afgelegde verklaringen niet af te leiden dat het antwoord op de hiervoor gestelde vraag bevestigend dient te luiden. Hetgeen naar voren is gekomen over de gang van zaken rond de sleutels van het gehuurde baat C1000 evenmin. De verklaring van getuige [vastgoedbeheerder] dat [appellant] de sleutels niet in ontvangst wilde nemen en dat hij deze daarom na de oplevering bij makelaar [makelaar] heeft afgegeven staat op zichzelf en vindt geen bevestiging elders, maar wordt juist weersproken door de verklaringen van de overige getuigen over het terugkrijgen van de sleutels.
subsidiairevordering van [appellant] voor toewijzing vatbaar is, met inbegrip van de niet afzonderlijk bestreden wettelijke rente (ex artikel 6:119 BW). Door C1000 zijn in dit verband verder geen feiten of omstandigheden gesteld die tot een ander oordeel leiden.
subsidiairevordering van [appellant] betreft, zoals gezegd, de mutatieschade. [appellant] heeft ter onderbouwing van dit onderdeel van zijn vordering overgelegd:
- een proces-verbaal van constatering van 29 november 2012, uitgevoerd door deurwaarder [deurwaarder], beheerder [beheerder] en een niet met name genoemde vertegenwoordiger van de eigenaar van het pand, voorzien van 27 foto’s (prod. 25 mvg);
- een overzicht van uit te voeren werkzaamheden naar aanleiding van de inspectie op 29 november 2012, voorzien van 99 foto’s (prod. 24 mvg);
- een overzicht van de kosten van deze werkzaamheden dat uitkomt op in totaal € 41.171,84 inclusief btw (prod. 27 mvg).
subsidiairevordering van [appellant] voor toewijzing vatbaar is.
primairevordering en de vordering inzake buitengerechtelijke incassokosten niet voor toewijzing in aanmerking komen, dat beide onderdelen van zijn
subsidiairevordering worden toegewezen (waarin hetgeen de kantonrechter heeft toegewezen mede is begrepen) en dat het incidenteel appel van C1000 wordt verworpen.