Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Geuze;
- de stichting, vertegenwoordig door mevrouw [vertegenwoordiger 1 van de stichting] en
.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 7 november 2014, waarin zijn verzoek om een omgangsregeling met zijn kinderen werd afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. Geuze, verzocht het hof om een omgangsregeling vast te stellen van één weekend per veertien dagen en de helft van de vakanties. De kinderen, [kind 1] en [kind 2], zijn sinds 4 juli 2008 uit huis geplaatst en verblijven in een behandelgroep van Combinatie Jeugdzorg De Widdonck. De rechtbank had eerder de moeder ontheven van het ouderlijk gezag en de stichting benoemd tot voogdes over de kinderen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 maart 2015 zijn zowel de vader als vertegenwoordigers van de stichting en de Raad voor de Kinderbescherming gehoord. De stichting verzocht het hoger beroep van de vader af te wijzen en de eerdere beschikking te bekrachtigen. De stichting stelde dat de huidige omgangsregeling van anderhalf uur per vier weken te beperkt is voor het opbouwen van een sterke ouder-kindrelatie, maar dat uitbreiding van de omgang niet in het belang van de kinderen zou zijn. De vader betoogde dat hij in een rustige levensfase verkeert en dat hij in staat is om een betere band met zijn kinderen op te bouwen.
Het hof oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat uitbreiding van de omgangsregeling niet in het belang van de kinderen is. De kinderen kampen met forse problematiek en vereisen meer dan gemiddelde opvoedingsvaardigheden, die de vader niet lijkt te bezitten. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de vader af, waarbij het belang van de kinderen voorop stond.