ECLI:NL:GHSHE:2015:1603
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M.C. Bijleveld-van der Slikke
- W.Th.M. Raab
- O.G.H. Milar
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de gesloten uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de gesloten uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die sinds 19 september 2014 in een gesloten jeugdzorg accommodatie verblijft. De minderjarige is in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 31 december 2014, waarin een voorlopige machtiging tot gesloten plaatsing werd verleend. De minderjarige verzoekt de beschikking te vernietigen en de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen, of in ieder geval te wijzigen naar een niet-gesloten accommodatie.
De stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, als verweerster, heeft in haar verweerschrift aangevoerd dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is vanwege de ernstige zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige]. De stichting stelt dat [minderjarige] zichzelf en anderen in gevaar brengt en dat een gesloten setting de enige optie is. De ouders van [minderjarige] steunen zijn verzoek, waarbij de vader aangeeft dat hij bereid is om samen met zijn partner in Nederland te wonen om [minderjarige] een gezinsomgeving te bieden.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en is van oordeel dat voldaan is aan de wettelijke vereisten voor de gesloten uithuisplaatsing. Het hof heeft vastgesteld dat de ernst van de problematiek, waaronder onvoorspelbare agressie-uitspattingen, en het risico op onttrekking aan de zorg, maken dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is. De bestreden beschikking van de rechtbank wordt dan ook bekrachtigd, en het hof wijst het meer of anders verzochte af.