Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
- voornoemde dagvaardingen van 4 en 11 maart 2013;
- een memorie van grieven, waarbij producties zijn overgelegd;
- een memorie van antwoord.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een appellant tegen twee geïntimeerden, die samen een vennootschap hebben opgericht. De appellant, die ook aandeelhouder is, heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld om zijn aandelen in de vennootschap Multi Purpose Cable Solutions B.V. (MPCS) over te laten nemen door de geïntimeerden. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen, omdat er geen rechten van de appellant als aandeelhouder zijn geschonden die grondslag kunnen bieden voor de gevorderde overname. De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en vier grieven ingediend, waarbij hij de vernietiging van het vonnis van de rechtbank vorderde.
De procedure in hoger beroep is gestart na de wijziging van de wetgeving omtrent de bevoegdheid van de rechter in dergelijke zaken. Voor 1 januari 2013 was het zo dat hoger beroep in dit soort zaken uitsluitend bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam moest worden ingesteld. Echter, met de wijziging van de wetgeving is het nu mogelijk om in de statuten of een overeenkomst af te wijken van deze regel. Het hof heeft in deze zaak de bevoegdheid van het hof te beoordelen en partijen in de gelegenheid gesteld om zich hierover uit te laten.
Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden en partijen gevraagd om zich op een later moment uit te laten over de bevoegdheid van het hof in deze procedure. De uitspraak is gedaan op 21 april 2015, waarbij het hof de rolraadsheer heeft aangewezen om de zaak openbaar uit te spreken. De zaak is van belang voor de interpretatie van de wetgeving omtrent de bevoegdheid van de rechter in vennootschapsrechtelijke geschillen.