Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 3271675/VV14-74)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep en het herstelexploot van 20 oktober 2014;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met een productie;
- de akte van [appellante] van 2 december 2014;
- de antwoordakte van Zeeland Cleaning van 23 december 2014;
3.De beoordeling
(“Vervolgens is gebleken dat [appellante] op 10 juli 2014 -exact één dag na de waarschuwing- de klant weer in haar privé aangelegenheden heeft betrokken“), is daarmee kennelijk bedoeld dat [directeur van Zeeland Cleaning B.V.] heeft aangegeven dat [appellante] wederom de klant, [cliënt van Zeeland Cleaning B.V.], heeft betrokken in het dispuut tussen haar en Zeeland Cleaning.
Niet of onvoldoende werken tijdens werktijden na 9 juli 2014
Het na 9 juli 2014 betrekken van de klant door [appellante] bij haar dispuut met andere collega’s of met Zeeland Cleaning
Wettelijke verhoging