De vader voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting – samengevat – het volgende aan.
De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat [het kind] geen last heeft van de wijze waarop thans beslissingen over hem worden genomen en dat de huidige wijze van gezagsuitoefening klaarblijkelijk al een aantal jaren voldoet.
De vader heeft ter zitting van het hof verklaard dat hij geen telefoonnummer van de moeder heeft en haar niet kan bereiken. Indien de vader toestemming nodig heeft van de moeder geschiedt dit via de ouders van de moeder, waardoor het lang duurt voordat zaken zijn geregeld. Dit kan tot problemen leiden indien er bijvoorbeeld sprake is van een acute medische situatie, waarbij de toestemming van de moeder direct vereist is.
De rechtbank gaat in haar overwegingen volledig voorbij aan het feit dat er thans sprake is van een ondertoezichtstelling en dat beslissingen mede via de gezinsvoogd worden genomen, alsmede dat de gezinsvoogd tracht om het contact met de moeder te onderhouden. Op het moment dat de ondertoezichtstelling wordt beëindigd, voorzien de vader en de gezinsvoogd problemen wanneer de moeder zich gaat mengen in te nemen beslissingen over [het kind] omdat zij niet in staat is om op een goede wijze samen met de vader die beslissingen te nemen. De moeder is niet betrokken bij [het kind] en is niet in staat gebleken om voor [het kind] te zorgen. [het kind] woont inmiddels ruim vier jaar bij de vader en de vader is alleen belast met de verzorging en opvoeding van [het kind].
De vader heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat het feit dat de moeder niet ter zitting is verschenen het beeld dat de vader van moeder heeft, bevestigt.
De rechtbank heeft verder ten onrechte overwogen dat de moeder hulp heeft gezocht en dat zij daarvoor op een wachtlijst staat, waardoor onvoldoende vast staat dat de moeder in de toekomst geen invulling zal kunnen geven aan het gezag.
De rechtbank gaat in die overweging volledig voorbij aan het feit dat de moeder in de afgelopen jaren nimmer hulpverlening heeft geaccepteerd en zich nimmer heeft gehouden aan de regels en voorschriften van de hulpverlening. Niet is gebleken dat de moeder thans wél hulpverlening accepteert en dat dit de benodigde veranderingen bij de moeder zal bewerkstelligen. Ten onrechte ziet de rechtbank, anders dan de raad, vooralsnog niet dat [het kind] klem of verloren zal raken tussen partijen. De vader voert daartoe aan dat de raad grondig onderzoek heeft verricht en op grond daarvan heeft geadviseerd om het verzoek van de vader toe te wijzen. De rechtbank gaat ten onrechte aan dit advies voorbij.