Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het verloop van de procedure
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met één productie;
- de akte van Haane q.q.;
- de antwoordakte van Facilicom.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Nicole Barbara Johanna Haane, in haar hoedanigheid als bewindvoerder over de goederen van een onderbewindgestelde, tegen Facilicom Bedrijfsdiensten B.V. De procedure betreft een onverschuldigde betaling die heeft plaatsgevonden op een ‘en/of’-rekening van de onderbewindgestelde en haar ex-partner. Facilicom heeft per abuis een bedrag van € 71.856,-- overgemaakt naar deze rekening, wat aanleiding gaf tot een rechtszaak. De rechtbank Maastricht had eerder in een vonnis van 8 augustus 2012 de bewindvoerder en de nieuwe bewindvoerders van de ex-partner veroordeeld tot betaling van het bedrag aan Facilicom. Haane q.q. is het niet eens met deze uitspraak en heeft vier grieven ingediend in hoger beroep.
Het hof heeft de grieven van Haane q.q. beoordeeld en geconcludeerd dat de betaling aan de ‘en/of’-rekening moet worden gekwalificeerd als een betaling aan de onderbewindgestelde in de zin van artikel 6:203 lid 1 BW. Het hof overweegt dat de omstandigheden die door Haane q.q. zijn aangevoerd, niet voldoende zijn om te concluderen dat de betaling niet aan de onderbewindgestelde is gedaan. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de vordering op grond van onverschuldigde betaling toewijsbaar is. De grieven van Haane q.q. zijn dan ook afgewezen.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt Haane q.q. in de proceskosten van het hoger beroep. De kosten worden begroot op € 1.815,-- aan verschotten en € 3.474,-- aan salaris advocaat. Het arrest is openbaar uitgesproken op 7 april 2015.