Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5 Het verloop van de procedure
- de memorie van grieven met een productie;
- de memorie van antwoord met twee producties;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [appellante], die een woning huurt van Wonen [plaats], en haar verhuurder. [appellante] heeft in eerste aanleg gevorderd dat Wonen [plaats] wordt veroordeeld tot het verhelpen van vochtoverlast en schimmelvorming in de woning. De kantonrechter heeft in een eindvonnis van 20 februari 2013 de vorderingen van [appellante] afgewezen, met de overweging dat de vochtoverlast niet te wijten was aan gebreken aan de woning, maar aan het stook- en ventilatiegedrag van [appellante].
In hoger beroep heeft [appellante] haar vordering gewijzigd en opnieuw veroordeling van Wonen [plaats] gevorderd. Het hof heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er sprake is van ernstige vochtoverlast in de woning, maar dat deze in hoofdzaak te wijten is aan het gedrag van [appellante]. De deskundige heeft in zijn rapportage aangegeven dat de vochtoverlast niet alleen door de bewoonster wordt veroorzaakt, maar dat ook de mechanische ventilatie in de badkamer niet naar behoren functioneert.
Het hof heeft Wonen [plaats] in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat [appellante] op 8 november 2011 onderhoudswerkzaamheden aan de mechanische afzuiging heeft geweigerd. De zaak is aangehouden voor bewijslevering, waarbij het hof de deskundigheid van de deskundige en de verantwoordelijkheden van de huurder in overweging heeft genomen. De uitspraak van het hof is openbaar uitgesproken op 20 januari 2015.