De moeder van [geïntimeerde] is op 7 februari 2008, dus ná de ontbinding van het huwelijk van partijen, overleden. Haar testament bevat de volgende bepalingen (voor zover in het kader van dit kort geding van belang):
IV. ERFSTELLING I
Indien ten tijde van mijn overlijden mijn dochter [geïntimeerde] nog gehuwd is met de heer [appellant], dan wel inmiddels van hem is gescheiden maar haar vermogen op dat moment negatief is dan benoem ik tot mijn enige erfgename: mijn dochter, mevrouw [zus van geïntimeerde] voornoemd.
(…)
V. TWEETRAPSMAKING
Definities:
Tweetrapsmaking: Dit is een making onder een ontbindende voorwaarde en een daarbij aansluitende making onder opschortende voorwaarde, volgens welke het vermaakte of het onverteerde deel daarvan op het tijdstip van overlijden van de bezwaarde of op een eerder tijdstip ten deel zal vallen aan de verwachter indien deze het aangewezen tijdstip overleeft.
Making:
Ik bepaal dat de helft van hetgeen mijn dochter [zus van geïntimeerde] ingeval van erfstelling I, hierna ook te noemen: “bezwaarde”, van het uit mijn nalatenschap aan haar nagelatene, hierna ook te noemen: “het bezwaarde vermogen” in de gevallen waarop de ontbindende voorwaarde in werking treedt onverteerd zal hebben nagelaten, ten deel zal vallen aan mijn dochter [geïntimeerde], hierna ook te noemen: “de verwachter”.
Bepalingen
(…)
2.Inwerkingtreding van de ontbindende voorwaarde
De ontbindende voorwaarde is vervuld zodra:
(…)
- de verwachter mijn dochter [geïntimeerde] van de heer [appellant] is gescheiden en haar
vermogen alsnog positief is, dan wel te zijner tijd positief wordt.
Als de ontbindende voorwaarde is vervuld dan treedt de opschortende voorwaarde in werking. De verwachter is vanaf dat moment de rechthebbende tot het vermogen.
Door notaris mr. [notaris] is met betrekking tot de nalatenschap van de moeder van [geïntimeerde] op 16 juli 2010 een verklaring van erfrecht opgesteld met onder meer de volgende inhoud:
Uit een aan deze akte gehechte brief de dato één juli tweeduizend tien van Mr. [advocaat], advocaat, verbonden aan [advocatenkantoor], kantoorhoudende te [postcode] [plaats], [het adres], volgt dat het vermogen van [geïntimeerde], voornoemd, ten tijde van het overlijden van Erflaatster negatief was.
Erflaatster heeft derhalve als haar enige erfgename achtergelaten: haar dochter [zus van geïntimeerde], voornoemd.