ECLI:NL:GHSHE:2015:1065

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
24 maart 2015
Zaaknummer
HD200.129.191_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake cao-interpretatie en cassatieberoep door FNV Bondgenoten

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de Vereniging FNV Bondgenoten tegen meerdere bedrijven, gezamenlijk aangeduid als de geïntimeerden. Het hoger beroep is een vervolg op een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, sector kanton, dat op 14 februari 2013 is gewezen. Het hof had eerder op 3 februari 2015 een tussenarrest gewezen, waarin werd overwogen dat de geïntimeerden als geheel moeten worden aangemerkt als een onderneming in de zin van de cao. FNV Bondgenoten werd in de gelegenheid gesteld om te reageren op de overwegingen van het hof in dat tussenarrest.

Op 9 maart 2015 heeft de advocaat van de geïntimeerden, mr. M.R. Meijer, verzocht om te bepalen dat tegen de uitspraak van 3 februari 2015 cassatie kan worden ingesteld. FNV Bondgenoten, vertegenwoordigd door mr. M.J.M. Postma, heeft zich op 12 maart 2015 verzet tegen dit verzoek. Het hof heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat het doelmatig is om cassatieberoep open te stellen tegen het tussenarrest van 3 februari 2015.

In de beslissing van 24 maart 2015 heeft het hof bepaald dat er tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld tegen het tussenarrest. Dit arrest is uitgesproken door de rechters Chr. M. Aarts, M. van Ham en P.P.M. Rousseau, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.129.191/01
arrest van 24 maart 2015
in de zaak van
Vereniging FNV Bondgenoten,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
advocaat: mr. M.J.M. Postma te Utrecht,
tegen:

1.[holding] Holding B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [snacks] Snacks B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [grootverbruik] Grootverbruik B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
4.
[logistiek] Logistiek B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk aan te duiden als [geïntimeerden],
advocaat: mr. M.R. Meijer te Amsterdam,
als aanvulling op het door het hof gewezen tussenarrest van 3 februari 2015, op het hoger beroep van het door de rechtbank Oost-Brabant, sector kanton, locatie ’s-Hertogenbosch van 14 februari 2013 gewezen vonnis tussen FNV als eiseres en [geïntimeerden] als gedaagde..

5.Het tussenarrest van 3 februari 2015

Bij genoemd tussenarrest heeft het hof onder meer overwogen dat [geïntimeerden] als geheel is aan te merken als een onderneming in de zin van de cao. Het hof heeft, alvorens verder te beslissen FNV in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over hetgeen is overwogen onder rov 3.6.1. in dat tussenarrest.

6.Het verzoek

Bij faxbericht van mr. Meijer, ingekomen ter griffie van het hof op 9 maart 2015, heeft deze namens [geïntimeerden] verzocht om te bepalen dat tegen de uitspraak van 3 februari 2015 cassatie kan worden ingesteld.
Bij faxbericht van Mr. Postma, ingekomen ter griffie op 12 maart 2015, heeft deze zich namens FNV naar het hof begrijpt verzet tegen toewijzing van het verzoek.

7.De beoordeling van het verzoek

Het hof heeft zich beraden op het verzoek en acht het doelmatig thans ingevolge artikel 401 a lid 2 Rv cassatieberoep open te stellen tegen het tussen partijen gewezen arrest van 3 februari 2015.

8.De beslissing

Het hof:
bepaalt dat tegen het tussen partijen gewezen arrest van 3 februari 2015 tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld.
Dit arrest is gewezen door mrs. Chr. M. Aarts, M. van Ham en P.P.M. Rousseau en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 24 maart 2015.
griffier raadsheer