Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 248085/HA ZA 12-255)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met eiswijziging;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte met producties van [appellant];
3.De beoordeling
grief 1faalt. Dat [appellant] meende dat [geïntimeerde] illegaal een autoherstelbedrijf exploiteerde sluit geenszins uit dat dat feitelijk zo was.
11, is dat vonnis onjuist. Uit de producties 15 en 16 bij inleidende dagvaarding en de toelichting van [appellant] op grief 8 blijkt dat het gaat om 20
10.) Vanaf 1 juli 2010 werkte [appellant] 3 dagen per week en vanaf 19 juli 2010 (effectief) 4 uur per dag in het eigen werk, met een onderbreking wegens de oogoperatie, zie hiervoor.
grief 2stelt [appellant] tot het einde van zijn dienstverband met [werkgever] 100% arbeidsongeschikt te zijn geweest en op therapeutische basis te hebben gewerkt. Hiervoor is naar het oordeel van het hof evenwel in de overgelegde producties geen enkele aanwijzing te vinden. In productie 16 bij inleidende dagvaarding wordt ook melding gemaakt van het feit dat [appellant] voor 4 uur per dag aan het werk is in eigen werk. Grief 2 faalt.
De klant beschikt over benutbare mogelijkheden. De klant heeft beperkingen tov. normaal functioneren (zie rubrieken).”De beperkingen betreffen blijkens de rubrieken het persoonlijk functioneren ten aanzien van het vasthouden van de aandacht en het verdelen van de aandacht. Verder is het sociaal functioneren beperkt voor wat betreft het omgaan met conflicten en het samenwerken. Leidinggevende taken zijn niet mogelijk. In de overige (sub)rubrieken is het functioneren van [appellant] als normaal en zonder beperkingen beoordeeld.
Beoordeling arbeidsmogelijkhedenvan het Arbeidsdeskundig Onderzoek staat vermeld:
“Maatgevende arbeid De heer [appellant] is geschikt voor de maatgevende arbeid. Zijn belastbaarheid ten opzichte van de belasting in de functie wordt niet overschreden. De werkzaamheden zijn grotendeels praktisch, productiematig en soms ook routinematig van aard. Voor de uitvoering van de taken wordt geen langdurige bovenmatige concentratie of intensief denkwerk vereist. De taken worden achtereenvolgens verricht, geen storingen of onderbrekingen tijdens het werk, geen sprake van aandachtverdeling. Het werk wordt gelijkmatig aangeboden, werken met deadlines of productiepieken komt niet structureel voor. Contacten verlopen via de fax of telefoon. Hierdoor geen conflicthantering in persoonlijke contacten. De heer [appellant] is het grootste deel van de werkweek solistisch aan het werk. Samenwerken en leidinggeven vormen geen structureel onderdeel van het werk. De werkzaamheden worden in dagdienst verricht, geen nachtwerk.”Op 28 november 2011 heeft het UWV aan [appellant] medegedeeld dat hij per 24 januari 2012 geen recht heeft op een WIA-uitkering. Het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar is - na heroverweging door de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep - ongegrond verklaard bij beslissing van 2 mei 2012. [appellant] heeft daartegen geen beroep ingesteld.
Verder heeft [appellant] in de hoofdzaak een schadevergoeding gevorderd van € 211.691,16, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 28 maart 2012.
€ 904,--, zodat resteert te betalen € 10.850,66, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2012 tot de datum van de betaling die op grond van het provisionele vonnis van
€ 7.888,23. De noodzaak voor de aanschaf van een veel duurdere woning (€ 482.500,--, zie prod. 29 inl. dagv.) heeft [appellant] onvoldoende onderbouwd. Zonder nadere toelichting valt niet in te zien dat niet een woning voor een prijs vergelijkbaar met de verkoopprijs van de woning in [woonplaats 2] (€ 252.000,--), waaraan niets of niet veel opgeknapt behoefde te worden, had kunnen worden gekocht. Om die reden acht het hof de kosten van de overdrachtsbelasting slechts toewijsbaar over laatstgenoemd bedrag, te weten € 15.120,--. De kosten voor het afsluiten van een hypotheek van € 265.000,-- wijst het hof af. Niet gesteld of gebleken is dat [appellant], indien hij een woning had gekocht van om en nabij de
grief 3, als volgt.
Toegewezen door het hof:
€ 26.095,11, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2012. Gelet op het kortgedingvonnis van 5 maart 2013 dient dit bedrag feitelijk alsnog door [geïntimeerde] te worden voldaan.