Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante],
1.[geïntimeerde 1],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer/rolnummer: 231722/HA ZA 11-1015)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
primairevordering tot verwijdering zou alleen ten aanzien van de nummers 8, 9 en 10 eventueel toewijsbaar kunnen zijn.
subsidiaireen
meer subsidiairevorderingen tot inkorting/aftopping oordeelde de rechtbank niet toewijsbaar ten aanzien van de taxussen, omdat deze niet boven de muur uitkwamen. De rechtbank heeft [geïntimeerde 1] toegelaten zijn - betwiste - stelling te bewijzen dat met betrekking tot de nummers 3, 4, 5, 7, 12, 14, 15 en 16 ook de vordering tot inkorting/aftopping is verjaard.
primairevordering van [appellante] afgewezen.
subsidiaireen
meer subsidiairevorderingen tot inkorting/aftopping ten aanzien van die coniferen is verjaard.
nog meer subsidiairevordering die, kort gezegd, inhoudt de veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] tot inkorting/aftopping van alle coniferen en taxussen binnen één meter van de erfgrens tot maximaal 2,50 meter, op verbeurte van een dwangsom. Voor zover deze vordering mede is gericht tegen [geïntimeerde 2] strandt de vermeerdering van eis op het volgende. [geïntimeerde 2] is in hoger beroep niet verschenen, zodat een wijziging van eis jegens haar op grond van artikel 130 lid 3 Rv is uitgesloten tenzij de eiswijziging tijdig bij exploot aan haar kenbaar is gemaakt. Dat dit laatste is gebeurd, is evenwel niet gesteld of gebleken. Ten aanzien van [geïntimeerde 2] blijft de vermeerderde eis daarom buiten beschouwing.
nog meer subsidiairevordering tot inkorting tot maximaal 2,50 meter die in hoger beroep is toegevoegd, aangezien de APV een maximale hoogte van 4 meter toestaat.
subsidiaire en meer subsidiairevorderingen van [appellante] bepaald, maar dat [geïntimeerde 1] mede met het oog op de
primairevordering dient te bewijzen dat de coniferen met de nummers 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 12, 14 en 15 en de drie taxussen al meer dan 20 jaar lang boven de muur op de erfafscheiding uitkomen. De drie taxussen worden hierin betrokken, aangezien op de foto’s die [geïntimeerde 1] bij memorie van antwoord heeft overgelegd is te zien dat deze boven de muur uitkomen. Het hof zal [geïntimeerde 1] in de gelegenheid stellen bij akte aan te geven of en zo ja op welke wijze hij hierover nader bewijs wil leveren. [appellante] zal hierop bij antwoordakte kunnen reageren. Deze aktewisseling is niet voor enig ander doel bestemd.