ECLI:NL:GHSHE:2014:944
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Op tegenspraak
- M.L.P. van Cruchten
- O.M.J.J. van de Loo
- J.J. van der Kaaden
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de Terugkeerrichtlijn bij ongewenste vreemdeling en de afwijzing van het beroep op overmacht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch. De verdachte, een Algerijnse vreemdeling, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden voor het illegaal verblijf in Nederland, terwijl hij als ongewenste vreemdeling was verklaard. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld en voerde aan dat hij wegens overmacht niet kon terugkeren naar Algerije, omdat de autoriteiten daar niet meewerkten aan zijn terugkeer. Het hof heeft echter vastgesteld dat de verdachte niet heeft meegewerkt aan het onderzoek naar zijn identiteit en nationaliteit en dat hij meerdere keren heeft geweigerd om terug te keren. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om het eerdere vonnis te bevestigen, gevolgd. Het hof oordeelde dat de terugkeerrichtlijn van toepassing was en dat de Nederlandse overheid voldoende inspanningen had geleverd om de verdachte terug te laten keren. Het beroep op artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht werd verworpen, omdat de terugkeerprocedure correct was toegepast en de verdachte zonder geldige reden op het grondgebied van Nederland verbleef. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter en legde de gevangenisstraf van twee maanden op, in overeenstemming met de richtlijnen voor strafoplegging.