Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
Filev en Osmanivan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ 19 september 2013, C-297/12), waaruit zou blijken dat op grond van Richtlijn 2008/115/EG (‘de Terugkeerrichtlijn’) een ongewenstverklaring van meer dan vijf jaar oud niet mag leiden tot een strafrechtelijke sanctie en daaraan de conclusie verbonden dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Filev en Osmaniging het om vreemdelingen die het grondgebied van – in dat geval – Duitsland wel langer dan vijf jaar geleden hadden verlaten. Het hof ziet mede gelet op het voorgaande geen aanleiding terug te komen op zijn eerdere rechtspraak, welk behelst dat een redelijke uitleg van de term ‘inreisverbod’ in de Terugkeerrichtlijn met zich brengt dat de termijn van (in beginsel) vijf jaar gaat lopen nadat de verdachte Nederland heeft verlaten (Hof ’s-Hertogenbosch 10 april 2012, ECLI:NL:GHSHE:2012:BW1281).
laissez passerwas gedaan, is in december 2010 opnieuw een dergelijke aanvraag gedaan. Verdachte is op 25 januari 2011 in persoon gepresenteerd bij de Algerijnse autoriteiten. De aanvraag is vervolgens in behandeling genomen. In 2011 en 2012 is vervolgens, voor zover het hof bekend, eenentwintig keer gerappelleerd bij de ambassade van Algerije in verband met deze aanvraag.
laissez passerin onderzoek blijft bij de ambassade van Algerije. Daarbij is van belang dat, gelet wederom op hetgeen hiervoor is overwogen, verdachte niet wenst terug te keren naar Algerije en aan een terugkeer niet meewerkt, terwijl de ambassade van Algerije alleen bevoegd is om zelfstandig reisdocumenten af te geven als de vreemdeling vrijwillig wil terugkeren naar Algerije. Een opgelegde vrijheidsstraf zal onder die omstandigheden het verlaten van ons land niet hinderen of vertragen.