ECLI:NL:GHSHE:2014:860

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 maart 2014
Publicatiedatum
26 maart 2014
Zaaknummer
20-000546-12
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens medische en psychische ongeschiktheid van verdachte als ongewenst vreemdeling

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Breda. De verdachte, geboren in Ethiopië, was eerder als ongewenst vreemdeling in Nederland verklaard en had een gevangenisstraf van drie maanden opgelegd gekregen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die vroeg om vernietiging van het vonnis en ontslag van rechtsvervolging op medische gronden. De verdediging heeft primair gepleit voor ontslag van rechtsvervolging en subsidiair voor een strafmaatverweer.

Het hof heeft vastgesteld dat de politierechter niet correct heeft gehandeld door de uitspraak enkel te aantekenen op een bijgevoegd stuk, en dat het hof gebonden is aan de motiveringsverplichtingen van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft het ten laste gelegde bewezen verklaard, namelijk dat de verdachte op 30 juni 2011 te Tilburg als vreemdeling verbleef, terwijl hij wist dat hij als ongewenst vreemdeling was verklaard. Echter, het hof heeft ook geconcludeerd dat de verdachte niet strafbaar is, omdat hij op medische en psychische gronden niet in staat was om te reizen en derhalve niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het feit.

De beslissing van het hof was om het vonnis van de politierechter te vernietigen, de verdachte vrij te spreken van de overige tenlasteleggingen en hem te ontslaan van alle rechtsvervolging. Dit arrest benadrukt de belangrijke overwegingen omtrent de strafbaarheid van de verdachte in relatie tot zijn medische toestand.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-000546-12
Uitspraak : 25 maart 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Breda van 7 oktober 2011 in de strafzaak met parketnummer 02-157421-11 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Ethiopië) op [geboortedatum],
volgens zijn verklaring ter terechtzitting in hoger beroep
verblijvende in [verblijfplaats].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van - kort gezegd - het als ongewenst verklaard vreemdeling in Nederland verblijven veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal vernietigen, het ten laste gelegde zal bewezen verklaren en verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging.
Door en namens verdachte is primair bepleit dat het hof verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat de politierechter kon volstaan met aantekening van de uitspraak op een aan het dubbel van de dagvaarding gehecht stuk, maar het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 juni 2011 te Tilburg, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, (op 27 juli 2006) tot ongewenst vreemdeling was verklaard.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 30 juni 2011 te Tilburg, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000 tot ongewenst vreemdeling was verklaard.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
als vreemdeling in Nederland verblijven, terwijl hij weet, dat hij op grond van een wettelijk voorschrift tot ongewenste vreemdeling is verklaard.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Gelet op de medische informatie die zich in het dossier bevindt en de toelichting daarop door de raadsman ter terechtzitting, is naar het oordeel van het hof aannemelijk geworden dat verdachte niet in staat is om te reizen. Daarmee is gegeven dat hij er niets aan kan doen dat hij het ten laste gelegde heeft begaan. Het bewezen verklaarde kan verdachte derhalve op medische en psychische gronden niet worden verweten, zodat verdachte niet strafbaar is en het hof hem zal ontslaan van alle rechtsvervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart de verdachte niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Aldus gewezen door
mr. O.M.J.J. van de Loo, voorzitter,
mr. J.J. van der Kaaden en mr. M.L.P. van Cruchten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. drs. T. Kraniotis, griffier,
en op 25 maart 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.