ECLI:NL:GHSHE:2014:807

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 maart 2014
Publicatiedatum
25 maart 2014
Zaaknummer
HD 200.093.491-01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar gebreken aan een auto na herstelwerkzaamheden

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep in een civiele procedure. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H.M.J. van Boxtel, had een geschil met de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. J.B. Sans Prieto, over de aanvaarding van herstelwerkzaamheden aan een auto. Het hof had eerder in een tussenarrest geoordeeld dat de geïntimeerde niet had bewezen dat de appellant de auto na de werkzaamheden had aanvaard. Het hof stelde dat deskundigenadvies noodzakelijk was om de gestelde gebreken te beoordelen. In het vervolg van de procedure hebben beide partijen voorstellen gedaan voor de benoeming van een deskundige, maar zij konden het daarover niet eens worden. Uiteindelijk benoemde het hof ir. T.J.J. Meijlink van Meijlink Expertise als deskundige. Het hof formuleerde verschillende vragen die de deskundige diende te beantwoorden, waaronder de vraag of de werkzaamheden door de geïntimeerde waren uitgevoerd als een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakman. Het hof bepaalde ook dat de kosten van het deskundigenonderzoek voorlopig voor rekening van de appellant zouden komen. De uitspraak bevatte gedetailleerde instructies voor de deskundige en de partijen, en het hof hield verdere beslissingen aan tot na het deskundigenonderzoek. De zaak werd verwezen naar de rol voor memorie na deskundigenonderzoek op 30 september 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.093.491/01
arrest van 25 maart 2014
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. H.M.J. van Boxtel,
tegen
[de man] h.o.d.n. [geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. J.B. Sans Prieto,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 25 oktober 2011, 18 december 2012 en 22 oktober 2013 in het hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht onder nummer 157708/HA ZA 11-34 gewezen vonnis van 1 juni 2011.

14.Het tussenarrest van 22 oktober 2013

Bij genoemd arrest heeft het hof geoordeeld dat [geïntimeerde] niet was geslaagd in het door haar te leveren bewijs (dat [appellant] eind februari 2010 de auto heeft bezichtigd en dat hij bij die gelegenheid de verrichte (herstel)werkzaamheden aan de auto heeft aanvaard door uitdrukkelijk te verklaren daar zeer tevreden over te zijn). Deskundige advisering met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden is nodig, aldus het hof in dat arrest. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de aan de deskundige voor te leggen vragen en over wie als deskundige zou kunnen worden benoemd.

15.Het verdere verloop van de procedure

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de akte van [appellant];
- de akte van [geïntimeerde].
Partijen hebben arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

16.De verdere beoordeling

16.1.
Iedere partij heeft een voorstel gedaan voor de persoon van de te benoemen deskundige, maar partijen zijn het hierover niet eens geworden. [appellant] stelt dat de deskundige expertise moet hebben op het terrein van ‘classic cars’. [geïntimeerde] betwist dit en voert aan dat het om ombouw van de auto gaat (vleugeldeuren, spoiler, luchthappers in de motorkap), niet om restauratie.
Het hof benoemt, nu partijen geen overeenstemming hebben bereikt, als deskundige: de heer ir. T.J.J. Meijlink, Meijlink Expertise, [adres], [postcode] [vestigingsplaats], telefoon [netnummer-telefoonnummer]. De deskundige heeft zijn kosten voorlopig begroot op € 870,- exclusief btw (€ 1.035,30 inclusief btw). Deze kosten komen zoals eerder overwogen voorlopig voor rekening van [appellant].
16.2.
Het hof heeft in het tussenarrest van 22 oktober 2013 de volgende vragen geformuleerd:
a. a) Heeft [geïntimeerde] de overeengekomen werkzaamheden (productie 1 bij inleidende dagvaarding) uitgevoerd als een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakman?
b) Wat is nu de staat van de auto op de punten die in de inleidende dagvaarding onder 10 zijn beschreven (vleugeldeuren; motorkap; lakwerk en afwerking; interieur; motor)?
c) Indien u in de staat van de auto gebreken ziet, kunt u die gebreken zo nauwgezet mogelijk beschrijven? Wat zijn, indien u dit thans kunt beoordelen, de aard en de oorzaak van die gebreken?
d) Welke opmerkingen zijn naar uw oordeel mogelijk verder van belang ten behoeve van de beoordeling van het hof?
16.3.
[appellant] heeft in aanvulling op deze vragen twee nieuwe vragen voorgesteld:
  • Indien u tot het oordeel komt dat de overeengekomen werkzaamheden niet in overeenstemming zijn met de wijze waarop een bekwaam vakman deze zou hebben moeten uitvoeren, op welke wijze zouden ze dan wel volgens u uitgevoerd moeten zijn?
  • Hoe groot zijn als dan de kosten om de auto ter zake de volgens de als productie 1 bij inleidende dagvaarding in het geding gebrachte overeenkomst, in een staat te brengen die een bekwaam vakman als redelijk zou beoordelen?
16.4.
[geïntimeerde] heeft enkele aanvullende vragen voorgesteld:
  • Kunt u aangeven wat de waarde van de auto was voorafgaande aan de door [geïntimeerde] uitgevoerde werkzaamheden?
  • Wat is op dit moment de verkoopwaarde van de auto?
  • Wat zou de verkoopwaarde van de auto zijn geweest indien er aan de auto geen sprake is van eventuele gebreken aan de vleugeldeuren; de motorkap; het lakwerk en de afwerking; en het interieur?
  • Wat zouden de kosten zijn geweest indien de in de overeenkomst (productie 1 bij dagvaarding in eerste aanleg) genoemde werkzaamheden door een Porsche dealer of officieel Care autoschadebedrijf zouden zijn uitgevoerd?
16.5.
Het hof legt, gelet op hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, de vragen aan de deskundige voor die hierna in het dictum zijn opgenomen.
16.6.
De deskundige dient eventuele nadere informatie die hij nodig heeft en die geen deel uitmaakt van de processtukken, bij de advocaten op te vragen. De advocaat die informatie verschaft dient een afschrift daarvan toe te zenden aan de advocaat van de wederpartij. De deskundige wordt verzocht de verkregen informatie als bijlage bij het deskundigenbericht te voegen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

17.De uitspraak

Het hof:
17.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de volgende vragen:
( a) (i) Heeft [geïntimeerde] de overeengekomen werkzaamheden (productie 1 bij inleidende dagvaarding: vleugeldeuren; motorkap; lakwerk en afwerking; interieur), mede gelet op de overeengekomen prijs, uitgevoerd als een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakman?
(ii) Zo niet, kunt u de punten aangeven die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakman, met inachtneming van de overeengekomen prijs, anders c.q. beter zou hebben gerepareerd?
(iii) Hoeveel zou het nu kosten om de auto op de door u onder vraag a) sub i) aangegeven punten te laten herstellen door een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakman?
( b) (i) Wat is uw oordeel over de tussen partijen overeengekomen prijs voor de genoemde werkzaamheden?
(ii) Hoe verhoudt deze prijs zich tot de gangbare tarieven van een Porsche merkdealer of deskundig autoschadebedrijf?
  • c) Wat is de huidige staat van de auto op de punten die in de inleidende dagvaarding onder 10 zijn beschreven (vleugeldeuren; motorkap; lakwerk en afwerking; interieur)?
  • d) (i) Indien u in de huidige staat van de auto gebreken ziet, kunt u die gebreken zo nauwgezet mogelijk beschrijven?
(ii) Wat zijn, indien u dit thans kunt beoordelen, de aard en de oorzaak van die gebreken?
(iii) Kunt u een gemotiveerd oordeel geven over de vraag of een door u geconstateerd gebrek in de huidige staat van de auto vóór of na de aflevering van de auto aan [appellant] is ontstaan?
(iv) Wat is uw oordeel over een eventuele waardedaling van de auto in verband met deze eventuele gebreken?
( e) Welke opmerkingen zijn naar uw oordeel mogelijk verder van belang ten behoeve van de beoordeling van het hof?
17.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
de heer ir. T.J.J. Meijlink,
Meijlink Expertise
[adres]
[postcode] [vestigingsplaats]
telefoon [netnummer-telefoonnummer];
17.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 1.035,30 inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat [appellant] genoemd voorschot binnen 2 weken na heden zal overmaken naar IBAN-rekeningnummer NL53 RBOS 0569 990572 ten name van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch onder vermelding van zaaknummer HD 200.093.491/01;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
17.4.
benoemt mr. L.S. Frakes tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
17.5.
verwijst de zaak naar de rol van 30 september 2014 voor memorie na deskundigenonderzoek, aan de zijde van [appellant];
17.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, C.N.M. Antens en L.S. Frakes en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 25 maart 2014.