In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen Markestate B.V. en Orange Brick B.V. betreffende de beëindiging van een huurovereenkomst. Markestate en een tweede appellante hebben vanaf 1 juni 2001 kantoorruimte gehuurd van de Vincentius Vereniging. In januari 2011 hebben zij een nadere overeenkomst gesloten, waarin is bepaald dat de huurovereenkomst kan eindigen bij nalatigheid in huurbetalingen. Orange Brick, de huidige eigenaar van het pand, heeft Markestate en de tweede appellante aangeklaagd voor het betalen van huurpenningen en servicekosten over een bepaalde periode. De kantonrechter heeft hen veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 10.577,-, wat hen heeft doen besluiten in hoger beroep te gaan.
In hoger beroep stellen Markestate en de tweede appellante dat de huurovereenkomst is geëindigd op het moment dat zij de huur voor december 2011 niet betaalden, terwijl Orange Brick aanvoert dat er een opzegtermijn van zes maanden geldt. Het hof overweegt dat de nadere overeenkomst zo moet worden geïnterpreteerd dat deze enkel de verhuurder het recht geeft om de overeenkomst te beëindigen bij wanbetaling van de huurder. Het hof heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling en zal Markestate en de tweede appellante in de gelegenheid stellen te reageren op de door Orange Brick overgelegde stukken.
De uitspraak van het hof is gedaan op 21 januari 2014, waarbij de zaak naar de rol is verwezen voor verdere aktewisseling. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de uiteindelijke uitspraak nog niet is gedaan en de procedure voortgezet zal worden.