4.1.2.Op 21 september 2005 heeft [Vastgoed] Vastgoed B.V. alle aandelen in VHI verkocht aan [Beheer II.] voor een bedrag van € 800.000,-. In de koopovereenkomst is onder meer het volgende bepaald.
Artikel 1
Verkoop aandelen, levering, financiële verplichtingen
1. Verkoper verkoopt hierbij aan Koper, gelijk Koper van Verkoper koopt, 100% van het geplaatste en volgestorte aandelenkapitaal van de Vennootschap, welk aandelenkapitaal bestaat uit 40 gewone aandelen, genummerd 1 tot en met 40, elk met een nominale waarde van € 453,78 hierna te noemen: “de Aandelen”, zulks onder de condities zoals genoemd in deze overeenkomst.
2. De Aandelen worden door Verkoper aan Koper verkocht met alle daaraan verbonden (wettelijke of contractuele) rechten en verplichtingen.
3. De koopsom voor de Aandelen bedraagt € 800.000,-, te verhogen met een Earn Outregeling (welke in lid 6 nader wordt uitgewerkt), hierna te noemen: “de Koopsom”, uitgaande van de waarde van het eigen vermogen van de Vennootschap per 1 januari 2005 (Overnamedatum), zoals deze blijkt uit de door [accountants] Accountants B.V. opgestelde balans per 31 december 2004, welke is vastgesteld op grond van bestendig gebruikelijke waarderingsgrondslagen. Het resultaat van de Vennootschap van de Overnamedatum tot de datum van de levering van de aandelen als bedoeld in de onderhavige overeenkomst is voor rekening en risico van Koper.
4. Van de Koopsom dient een gedeelte van € 600.000,- uiterlijk op de datum van notariële levering (hierna te noemen: de Leveringsdatum) als bedoeld in artikel 3 door Koper te worden voldaan.
5. Van de Koopsom zal een bedrag van € 200.000,- worden schuldig gebleven en achtergesteld worden op een lening bij de ABN AMRO-bank te [vestigingsplaats] (volgens de offertes d.d. 12 augustus 2005), welke lening is aangegaan voor de financiering van de Koopsom. (….)
1. Koper verkrijgt met ingang van de Leveringsdatum voor de Benelux, Duitsland, Frankrijk en Polen een licentie voor het gebruik van de spraytunnel, partijen genoegzaam bekend. [Beheer I.] Beheer B.V. is eigenaar van het patent op de spraytunnel. Tussen [Beheer I.] Beheer B.V. en Koper is een separate licentieovereenkomst overeengekomen die als bijlage 2 is aangehecht. [Beheer I.] Beheer B.V. zal de onderhavige overeenkomst voor wat betreft artikel 2 meetekenen.
2. Na ommekomst van een termijn van 5 jaar na 30 september 2005 heeft Koper een eerste en exclusief recht van koop op het patent op de spraytunnel voor een bedrag van € 700.000,-. Genoemd recht van koop is niet overdraagbaar hetgeen tevens als kettingbeding in de notariële akte van levering dient te worden opgenomen.
3. Indien met behulp van Koper in de komende vijf jaar, met ingang van de Leveringsdatum, een spraytunnel wordt verkocht buiten de in lid 1 genoemde regio/landen, dan ontvangt Koper een nader overeen te komen commissie die in mindering zal strekken op de in artikel 1 lid 5 genoemde lening dan wel op de koopsom van de spraytunnel als bedoeld in lid 2.
4. De koopsom van de spraytunnel dient door Koper na 5 jaar, uiterlijk op 30 september 2010, te worden betaald. Uitgangspunt is dat Koper de koopsom ineens betaalt, doch partijen zullen hieromtrent nog nader overleg voeren. Uitgangspunt is voorts dat het risico van non-betaling niet slechts bij Verkoper kan liggen. Indien financiering ineens niet mogelijk blijkt te zijn, hebben partijen de intentie om de licentie genoemd in lid 1 tegen betaling van een vergoeding te verlengen.(….)
De aandelen zijn op 13 oktober 2005 door [Vastgoed] Vastgoed B.V. aan [Beheer II.] geleverd.
4.1.4.Op 1 november 2010 heeft er een bespreking plaats gevonden tussen enerzijds [Beheer I.], [Holding] Holding en [Vastgoed] Vastgoed B.V en anderzijds [Beheer II.] en VHI, waarvan de afspraken zijn vastgelegd. In die vastlegging is als considerans opgenomen:
In aanmerking nemende dat:
- Partijen in 2005 overeenkomsten hebben gesloten o.a. omtrent de overname van aandelen
van (toen geheten) [Koudetechniek] Koudetechniek BV (Licentieovereenkomst d.d. 21-09-2005 en
Koopovereenkomst aandelen d.d. 21-9-2005), Partijen genoegzaam bekend;
- Deze overeenkomsten van toepassing blijven tenzij anders wordt genoemd;
- Partijen omtrent de afwikkeling van bovengenoemde overeenkomsten over de betaling van
700.000,- per vandaag afspraken wensen te maken;
Partijen het volgende in een bespreking op 1 november 2010 overeen zijn gekomen:
(…)
De gemaakte afspraken komen erop neer dat [Beheer II.] en VHI aan [Beheer I.] en [Holding] Holding uiterlijk 6 november 2010 een bedrag van € 10.000,- zullen betalen (artikel 1). Vervolgens dienen [Beheer II.] en VHI in december 2010, januari 2011 en maart 2011 (elke maand) een bedrag van € 30.000,- te betalen (artikel 2). Ten slotte zouden [Beheer II.] en VHI vanaf 1 april 2011 maandelijks een bedrag van € 8.910,54 zijnde een annuïteitsbedrag voor vijf jaar betalen. Dit bedrag was berekend door van de € 700.000,- een bedrag van € 100.000,- (alsdan reeds betaald) en € 150.000,- (in zake de kwestie ‘[kwestie]’) in mindering te brengen (artikel 3). In het kader van de kwestie [kwestie] zouden [Beheer II.] en VHI een bedrag van € 150.000,- betalen (artikel 5).
Voorts erkennen de partijen dat deze intentieovereenkomst tot doel heeft de op 1 november 2010 gemaakte mondelinge afspraken vast te leggen en dat zij vóór 1 december 2010 een nadere definitieve overeenkomst zullen sluiten waarbij de grondgedachte van deze overeenkomst opgenomen zal worden en absoluut leidend is.
4.1.7.[Beheer II.] en VHI. hebben in een brief van mr. Goossens van 21 april 2011 de overeenkomsten van 21 september 2005 partieel en, voor zover nodig, de overeenkomst van 1 november 2010 geheel ontbonden, namelijk voor zover [Beheer II.] en VHI verplicht zouden zijn het bedrag van € 700.000,- te betalen als tegenprestatie voor de overdracht van het Nederlandse octrooi met het nummer [octrooinummer], nu dat octrooi niet meer kon worden overgedragen.
4.1.8.1. [Beheer I.] en [Holding] Holding hebben in eerste aanleg gevorderd dat de rechtbank [Beheer II.] en VHI hoofdelijk, althans afzonderlijk, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot
primair
a betaling van een bedrag van € 30.000,-, vermeerderd met de contractuele rente van
5 % op jaarbasis vanaf 31 december 2010, althans de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening,
b betaling van een bedrag van € 30.000,-, vermeerderd met de contractuele rente van
5 % op jaarbasis vanaf 31 januari 2011, althans de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening,
c betaling van een bedrag van € 30.000,-, vermeerderd met de contractuele rente van
5 % op jaarbasis vanaf 31 maart 2011, althans de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening,
d betaling van een bedrag van € 150.000,- met ingang van de datum van het vonnis, althans in ieder geval, vanaf 30 maart 2016, vermeerderd met de contractuele rente van 5 % op jaarbasis vanaf 1 oktober 2010, althans de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening,
e betaling van een bedrag van € 8.910,54 op de laatste dag van iedere maand, de eerste termijn op 30 april 2011 en de laatste termijn op 30 maart 2016, vermeerderd met de contractuele rente van 5 % op jaarbasis, althans de wettelijke rente vanaf de laatste dag van iedere maand tot aan de dag der voldoening,
subsidiair
f betaling van een bedrag van € 700.000,-, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening,
primair en subsidiair
g nakoming van de contractuele verplichtingen van de overeenkomst van 1 november 2010 op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag(deel), dat [Beheer II.] en VHI in gebreke blijven met de nakoming van die verplichtingen,
h betaling van de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met wettelijke rente, als [Beheer II.] en VHI niet binnen 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis hebben betaald.
4.1.8.2. In reconventie vorderden [Beheer II.] en VHI dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair
a voor recht verklaart dat de koopovereenkomst van 21 september 2005 en de licentieovereenkomst van 21 september 2005 alsmede, voor zover vereist, de overeenkomst van 1 november 2010, zijn ontbonden wegens toerekenbare tekortkoming in de nakoming door [Beheer I.] en [Holding] Holding, dan wel deze overeenkomsten in rechte ontbindt, met veroordeling van [Beheer I.] en [Holding] Holding tot vergoeding van de schade die VHI als gevolg hiervan heeft geleden of nog zal lijden, vast te stellen in de onderhavige procedure of in een afzonderlijke schadestaatprocedure, met voorlopige begroting van die schade op ten minste
€ 3.000.000,--,
subsidiair
b voor recht verklaart dat de koopovereenkomst van 21 september 2005 en de licentieovereenkomst van 21 september 2005 alsmede, voor zover vereist, de overeenkomst van 1 november 2010, door VHI zijn vernietigd wegens bedrog, dan wel deze overeenkomsten alsnog in rechte vernietigt, met veroordeling van [Beheer I.] en [Holding] Holding tot vergoeding van de schade die VHI als gevolg hiervan heeft geleden of nog zal lijden wegens onrechtmatige daad gepleegd door [Beheer I.] en [Holding] Holding jegens VHI, vast te stellen in de onderhavige procedure of in een afzonderlijke schadestaatprocedure, met voorlopige begroting van die schade op ten minste € 3.000.000,--,
meer subsidiair
c voor recht verklaart dat de koopovereenkomst van 21 september 2005 en de licentieovereenkomst van 21 september 2005 alsmede, voor zover vereist, de overeenkomst van 1 november 2010, zijn vernietigd wegens dwaling in de zin van 6:228 lid 1 sub a, b en c, dan wel deze overeenkomsten alsnog in rechte uit dien hoofde vernietigt,
meer subsidiair
d voor recht verklaart dat de koopoptie in de koopovereenkomst van 21 september 2005 en de licentieovereenkomst van 21 september 2005 alsmede, voor zover vereist, de overeenkomst van 1 november 2010, is ontbonden, dan wel deze koopoptie en de overeenkomsten van 1 november 2010 in rechte ontbindt, telkens wegens toerekenbare tekortkoming in de nakoming door [Beheer I.] en [Holding] Holding, met veroordeling van [Beheer I.] en [Holding] Holding tot vergoeding van de schade die VHI als gevolg hiervan heeft geleden of nog zal lijden, vast te stellen in de onderhavige procedure of in een afzonderlijke schadestaatprocedure, met voorlopige begroting van die schade op ten minste € 3.000.000,--,
meer subsidiair
e [Beheer I.] en [Holding] Holding veroordeelt tot schadevergoeding wegens niet nakomen van de koopovereenkomst van 21 september 2005 en de licentieovereenkomst van 21 september 2005 alsmede, voor zover vereist, de overeenkomst van 1 november 2010, in het bijzonder wegens het niet meer kunnen nakomen van de hierin bedoelde koopoptie en de verplichting tot verstrekken van de overeengekomen licenties, ter vergoeding van de schade die VHI als gevolg hiervan heeft geleden of nog zal lijden, vast te stellen in de onderhavige procedure of in een afzonderlijke schadestaatprocedure, met voorlopige begroting van die schade op ten minste € 3.000.000,--
primair, subsidiair en meer subsidiair
f [Beheer I.] en [Holding] Holding veroordeelt in de buitengerechtelijke kosten ter grootte van € 19.161,57 en de proceskosten.