ECLI:NL:GHSHE:2014:790

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
20 maart 2014
Publicatiedatum
20 maart 2014
Zaaknummer
HV 200 125 393_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van de geboorteakte en geslachtsnaam van appellante

In deze zaak heeft appellante verzocht om verbetering van haar geboorteakte, omdat de geslachtsnaam in de akte niet overeenkomt met de juridische werkelijkheid. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 20 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep, na een eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant op 17 januari 2013. De appellante, woonachtig in Griekenland, stelde dat de ambtenaar van de burgerlijke stand een fout had gemaakt bij de geboorteaangifte, waarbij de geslachtsnaam '[geslachtsnaam 1.]' was opgenomen in plaats van '[geslachtsnaam 2.]'. Het hof heeft vastgesteld dat de vader van appellante enkel de Britse nationaliteit heeft en dat zijn officiële geslachtsnaam '[geslachtsnaam 2.]' is, zoals blijkt uit documenten van Britse autoriteiten. De rechtbank had het verzoek van appellante afgewezen, maar het hof oordeelde dat de geboorteakte van appellante een misslag bevatte, die op grond van artikel 1:24, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek voor verbetering in aanmerking komt. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en gelast dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de geslachtsnaam van appellante in de geboorteakte wijzigt naar '[geslachtsnaam 2.]'.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 20 maart 2014
Zaaknummer: HV 200.125.393/01
Zaaknummer eerste aanleg: 253541 / FA RK 12-5294
in de zaak in hoger beroep van:
[de vrouw],
wonende te [woonplaats] (Griekenland),
appellante,
advocaat: mr. J-H.L.C.M. Kuijpers,
tegen
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Hertogenbosch,
verweerder,
hierna te noemen: de ambtenaar van de burgerlijke stand.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 17 januari 2013.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 16 april 2013, heeft appellante verzocht voormelde beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de door appellante verzochte verbetering van haar geslachtsnaam toe te staan, althans dienaangaande een zodanige beslissing te nemen als het hof juist acht, kosten rechtens.
2.2.
Bij verweerschrift met bijlage, ingekomen ter griffie op 30 mei 2013, heeft de ambtenaar van de burgerlijk stand verzocht het beroep van appellante niet in te willigen, omdat met toepassing van het wettelijk kader terecht de geslachtsnaam “[geslachtsnaam 1.]” in de akte van geboorte is opgenomen en uit de dossierstukken thans nog niet onomstotelijk is vastgesteld dat de geslachtsnaam van de vader “[geslachtsnaam 2.]” is, omdat uit de thans in het dossier aanwezige stukken ook de geslachtsnaam “[geslachtsnaam 1.]” blijkt.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 juli 2013. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • namens appellante, mr. Kuijpers;
  • de heer [ambtenaar van de burgerlijke stand], in zijn hoedanigheid van ambtenaar van de burgerlijke stand.
Appellante is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De advocaat-generaal van het Ressortsparket ’s-Hertogenbosch is, met bericht van verhindering, evenmin ter zitting verschenen.
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 2 januari 2013;
  • de brief met bijlagen van de advocaat van appellante d.d. 29 april 2013;
  • de brief met bijlagen van de advocaat van appellante d.d. 11 juli 2013;
  • de brief met bijlagen van de advocaat van appellante d.d. 15 juli 2013.
De brieven met bijlagen van de advocaat van appellante van 11 juli 2013 en 15 juli 2013 zijn ingekomen buiten de in het procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven gestelde termijn. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt. Het hof heeft beslist dat deze stukken worden toegelaten.
Na de mondelinge behandeling, waarbij het hof appellante de gelegenheid heeft gegeven nadere stukken in het geding te brengen, heeft het hof nog kennisgenomen van de inhoud van:
  • de brief met bijlagen van de advocaat van appellante d.d. 27 september 2013;
  • de brief met bijlagen van de advocaat van appellante d.d. 24 oktober 2013;
  • de brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand d.d. 14 november 2013;
  • de brief van de advocaat van appellante d.d. 22 december 2013;
  • de brief van de advocaat van appellante d.d. 26 februari 2014.

3.De beoordeling

3.1.
Appellante heeft in eerste aanleg verzocht de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten de geslachtsnaam “[geslachtsnaam 1.]” op haar geboorteakte te verbeteren in: “[geslachtsnaam 2.]”.
3.2.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank het verzoek tot verbetering van de geslachtsnaam in aktenummer [aktenummer] van het jaar 1988 van het register van geboorten van de gemeente ’s-Hertogenbosch afgewezen.
3.3.
Appellante kan zich met deze beslissing niet verenigen en is hiervan in hoger beroep gekomen. De advocaat van appellante heeft ter zitting in hoger beroep gesteld dat de ambtenaar van de burgerlijke stand bij de geboorteaangifte van appellante een fout heeft gemaakt. Hij heeft als geslachtsnaam ten onrechte “[geslachtsnaam 1.]” opgenomen, terwijl de vader van appellante (hierna: de vader), zo heeft hij ten overstaan van een notaris verklaard, bij de geboorteaangifte zijn paspoort heeft getoond, waarin de naam “[geslachtsnaam 2.]” staat vermeld en hij de aangifte ook heeft getekend met “[geslachtsnaam 2.]”.
De naam van de vader is officieel ook “[geslachtsnaam 2.]”. Weliswaar staat op de officiële vertaling uit het Grieks van de geboorteakte van de vader als zijn geslachtsnaam “[geslachtsnaam 1.]” vermeld. Uit de door het Britse consulaat te Athene afgegeven ‘certified copy of an entry of birth’ blijkt echter dat de geslachtsnaam van de vader “[geslachtsnaam 2.]” is. Uit dit document blijkt verder dat ook de geslachtsnaam van de vader van de vader (hierna: de opa) “[geslachtsnaam 2.]” is. Appellante wijst erop dat ook in de paspoorten van de vader en de opa de naam “[geslachtsnaam 2.]” wordt vermeld.
Ook in haar eigen paspoort wordt de naam “[geslachtsnaam 2.]” vermeld. Nu haar naam in haar paspoort niet overeenkomt met de naam op haar geboorteakte kan appellante niet de beschikking krijgen over een sofinummer, zodat zij een groot belang heeft bij verbetering van haar geslachtsnaam. Het aanvragen van een paspoort op naam van “[geslachtsnaam 1.]” is geen optie, omdat de diploma’s van appellante, haar rijbewijs, verzekeringen en sociale voorzieningen alle op naam van “[geslachtsnaam 2.]” staan, aldus appellante.
3.4.
De ambtenaar van de burgerlijke stand betoogt dat de geboorteakte van appellante juist is opgemaakt. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk mag worden aangenomen dat de vader bij de aangifte van de geboorte van appellante aan de toen dienstdoende ambtenaar van de burgerlijke stand een document heeft getoond met de geslachtsnaam “[geslachtsnaam 1.]”. Naar alle waarschijnlijkheid ofwel de Griekse geboorteakte van de vader, ofwel de huwelijksakte van de ouders van appellante. Aangezien de geslachtsnaam van de vader “[geslachtsnaam 1.]” is, heeft ook appellante conform het toenmalige recht deze geslachtsnaam verkregen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand wijst erop dat de Consulaire Afdeling van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft erkend dat er, gelet op de geboorteakte van appellante, in het paspoort van appellante ten onrechte de naam “[geslachtsnaam 2.]” is opgenomen. Appellante kan de Nederlandse autoriteiten verzoeken een reisdocument af te geven waarvan de geslachtsnaam wel overeenkomt met die in haar geboorteakte.
Voor zover appellante dit niet wenst ligt het, nu in de ‘certified copy of an entry of birth’ van de vader die door het Britse consulaat is opgemaakt als geslachtsnaam van de vader “[geslachtsnaam 2.]” wordt vermeld, meer in de lijn om met behulp van deze Britse akte eerst de Griekse geboorteakte van de vader te verbeteren en vervolgens te verzoeken om verbetering van de geboorteakte van appellante.
Bij brief van 14 november 2013 heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand evenwel te kennen gegeven zich, gezien de na zitting door appellante ingebrachte stukken, op het standpunt te stellen dat de geslachtsnaam van de vader “[geslachtsnaam 2.]” is en daarom ook de geslachtsnaam van appellante “[geslachtsnaam 2.]” dient te zijn. Nu de vader nooit de Griekse nationaliteit heeft verworven, maar enkel de Britse nationaliteit heeft, is het aannemelijk dat hij nooit een geslachtsnaamswijziging heeft ondergaan naar Grieks recht van “[geslachtsnaam 2.]” in “[geslachtsnaam 1.]”.
Rechtsmacht
3.5.
Het hof heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt.
Inhoudelijk
3.6.
Het hof begrijpt het verzoek van appellante aldus dat zij verzoekt om verbetering van haar geboorteakte op grond van artikel 1:24, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Op grond van dit artikel kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie worden gelast door de rechtbank.
3.7.
Ingevolge artikel 1:5, eerste lid, BW, zoals dat luidde ten tijde van de geboorte van appellante en ten tijde van de geboorteaangifte van appellante, is de geslachtsnaam van een wettig, gewettigd of geadopteerd kind die van zijn vader.
3.8.
De vader heeft de Britse nationaliteit. Op de in het geding gebrachte papieren van de vader afgegeven door Britse autoriteiten staat als geslachtsnaam van de vader “[geslachtsnaam 2.]” vermeld, te weten zijn paspoort en de door het Britse consulaat te Athene afgegeven ‘certified copy of an entry of birth’. Op de in het geding gebrachte papieren van de vader afgegeven door Griekse autoriteiten staat, gezien de officiële vertalingen, als geslachtsnaam van de vader “[geslachtsnaam 1.]” vermeld, te weten op de geboorteakte van de vader en op de huwelijksakte van de ouders van appellante. Wat de huwelijksakte betreft merkt het hof nog op dat hierbij in de kantlijn wordt vermeld dat de akte wordt opgesteld op de verklaring van “[geslachtsnaam 2.] [voornaam] bezitter van het Britse paspoort nr. [paspoortnummer]”.
3.9.
Nu er zowel officiële stukken van de vader zijn waar als zijn geslachtsnaam “[geslachtsnaam 2.]” wordt vermeld, als stukken waar als zijn geslachtsnaam “[geslachtsnaam 1.]” wordt vermeld, en niet is komen vast te staan welk stuk de vader bij de geboorteaangifte van appellante heeft getoond, heeft het hof niet kunnen vaststellen dat de ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals appellante stelt, een fout heeft gemaakt bij de geboorteaangifte. Het hof is wel van mening dat, naar thans blijkt, de geboorteakte van appellante niet in overeenstemming is met de juridische werkelijkheid. Het hof overweegt daartoe als volgt.
Het is het hof op grond van de stukken aannemelijk geworden dat de vader enkel de Britse nationaliteit heeft. Gelet hierop is het hof van oordeel dat voor de officiële geslachtsnaam van de vader moet worden afgegaan op de door de Britse autoriteiten afgegeven stukken. In deze stukken wordt alleen de geslachtsnaam “[geslachtsnaam 2.]” genoemd. De officiële geslachtsnaam van de vader is derhalve “[geslachtsnaam 2.]”. Dat als geslachtsnaam van de vader in enkele Griekse stukken “[geslachtsnaam 1.]” staat vermeld, zou zijn oorzaak daarin kunnen vinden - zo begrijpt het hof uit de e-mail van de Consulaire Afdeling van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand - dat in Griekenland sommige geslachtsnamen een mannelijke en een vrouwelijke variant hebben, waarbij een geslachtsnaam eindigend op ‘as’ staat voor een man; bij de geslachtsnaam van een vrouw wordt de ‘s’ dan weggelaten.
Nu de officiële geslachtsnaam van de vader volgens het recht van zijn nationaliteit (Brits) gezien het bovenstaande “[geslachtsnaam 2.]” is, dient de geslachtsnaam van appellante op grond van artikel 1:5, eerste lid, BW (oud) ook “[geslachtsnaam 2.]” te zijn. Nu als geslachtsnaam van appellante in haar geboorteakte “[geslachtsnaam 1.]” wordt vermeld, bevat de geboorteakte van appellante, naar nu blijkt, een misslag, welke op grond van artikel 1:24, eerste lid, BW voor verbetering in aanmerking komt.
Conclusie
3.10.
Gezien het vorenstaande zal het hof de beschikking waarvan beroep vernietigen en het verzoek van appellante om verbetering van haar geboorteakte te gelasten alsnog toewijzen.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 17 januari 2013;
en opnieuw rechtdoende:
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Hertogenbosch tot verbetering van de akte met nummer [aktenummer] van het jaar 1988, ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente ’s-Hertogenbosch en relaterende de geboorte van [voornaam] [geslachtsnaam 1.], in die zin dat de geslachtsnaam van appellante wordt veranderd in “[geslachtsnaam 2.]”;
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.E.M. Renckens, M.C. Bijleveld-van der Slikke en E.L. Schaafsma-Beversluis en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2014.