Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
feit 1 primair) het medeplegen van een poging tot doodslag en
feit 2 subsidiair) mishandeling,
hij op of omstreeks 07 augustus 2012 te Wouwse Plantage, gemeente Roosendaal, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, althans om opzettelijk aan [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 1]
hij op of omstreeks 07 augustus 2012 te Wouwse Plantage, gemeente Roosendaal, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (trommelvliesperforatie en/of hersenschudding en/of afgebroken tand) heeft toegebracht, door deze opzettelijk
hij op of omstreeks 07 augustus 2012 te Wouwse Plantage, gemeente Roosendaal, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de kruising tussen de Plantagebaan en de Kerkstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen[slachtoffer 2], welk geweld bestond uit het slaan en/of schoppen tegen het gezicht en/of het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2];
hij op of omstreeks 07 augustus 2012 te Wouwse Plantage, gemeente Roosendaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten[slachtoffer 2]) op/tegen zijn gezicht en/of hoofd en/of lichaam heeft geslagen/gestompt/geschopt, waardoor voornoemde [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
hij op 07 augustus 2012 te Wouwse Plantage, gemeente Roosendaal, tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 1]
Medeplegen van een poging tot doodslag,
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 5.120,17 (vijfduizend honderdtwintig euro en zeventien cent) bestaande uit € 2.620,17 (tweeduizend zeshonderdtwintig euro en zeventien cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 5.120,17 (vijfduizend honderdtwintig euro en zeventien cent) bestaande uit € 2.620,17 (tweeduizend zeshonderdtwintig euro en zeventien cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 2]
€ 690,00 (zeshonderdnegentig euro) bestaande uit € 190,00 (honderdnegentig euro) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 690,00 (zeshonderdnegentig euro) bestaande uit € 190,00 (honderdnegentig euro) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
13 (dertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.