Uitspraak
s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de brief met bijlagen van de advocaat van de ouders d.d. 27 januari 2014;
- de brief van de raad d.d. 16 januari 2014.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de vernietiging van een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant met betrekking tot de uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna aangeduid als [zoon]. De ouders van [zoon], appellanten in deze procedure, hebben in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen, omdat zij van mening zijn dat de rechtbank niet tijdig heeft beslist op het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing. De rechtbank had op 9 oktober 2013 enkel beslist op het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling, maar niet op het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing, die op 12 oktober 2013 was verlopen. Het hof oordeelt dat de rechtbank niet bevoegd was om het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing, dat tijdig was ingediend, te interpreteren als een nieuw verzoek. Het hof vernietigt de bestreden beschikking en wijst het verzoek van de stichting af. De ouders zijn onvoldoende in de gelegenheid gesteld om hun standpunt kenbaar te maken, wat in strijd is met de goede procesorde. De beslissing van het hof is dat de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 23 oktober 2013 wordt vernietigd en het inleidend verzoek van de stichting wordt afgewezen.