ECLI:NL:GHSHE:2014:701

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
20 februari 2014
Publicatiedatum
12 maart 2014
Zaaknummer
20-002958-12
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor meineed in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden wegens meineed. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft verzocht het eerdere vonnis te vernietigen en de verdachte vrij te spreken. De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit.

Het hof heeft het beroep op vrijspraak gehonoreerd, omdat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om te concluderen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De tenlastelegging betrof een verklaring die de verdachte had afgelegd tijdens een getuigenverhoor, waarin hij valselijk zou hebben verklaard over bedreigingen die door een andere getuige zouden zijn gedaan. Het hof oordeelde dat er geen bewijs was voor het opzet van de verdachte om meineed te plegen.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. N.J.L.M. Tuijn, en in aanwezigheid van de raadsheren mr. M. van Zinnen en mr. A.B.A.P.M. Ficq, met mr. A.E.M. de Ridder als griffier. Het arrest is op 20 februari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-002958-12
Uitspraak : 20 februari 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 27 augustus 2012 in de strafzaak met parketnummer
01-820716-12 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1945,
wonende te [postcode] [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van - kort gezegd - meineed veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en verdachte zal vrijspreken van het tenlastegelegde.
Namens verdachte is vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 11 mei 2012 te 's-Hertogenbosch tijdens een getuigenverhoor door de rechter-commissaris van de rechtbank Hertogenbosch, als getuige gehoord zijnde in de zaak tegen [naam 1] (parketnummer 825203-12), nadat hij op de bij de wet voorgeschreven wijze de eed had afgelegd de gehele waarheid en niets dan de waarheid te zullen zeggen, in elk geval in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vordert en/of daaraan rechtsgevolgen verbindt, mondeling, persoonlijk, opzettelijk valselijk, geheel of ten dele in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - heeft verklaard: dat hij niet tegen [naam 2] en [naam 3] heeft gezegd dat hij van [naam 1] had gehoord dat hij ([naam 1]) P. Scholtes had bedreigd en dat deze bedreiging serieus moest worden genomen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof is - met de advocaat-generaal en de verdediging - van oordeel dat bij gebrek aan voldoende wettige bewijsmiddelen niet kan worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van het hof is uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting niet vast komen te staan dat verdachte het opzet heeft gehad op het plegen van meineed.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. N.J.L.M. Tuijn, voorzitter,
mr. M. van Zinnen en mr. A.B.A.P.M. Ficq, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.E.M. de Ridder, griffier,
en op 20 februari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.B.A.P.M. Ficq is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.