ECLI:NL:GHSHE:2014:699

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 maart 2014
Publicatiedatum
12 maart 2014
Zaaknummer
20-002389-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens het vervoeren van hennep

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig weken en een verbeurdverklaring van € 2.025,75 wegens het medeplegen van het vervoeren van hennep. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het eerdere vonnis vroeg. De verdediging heeft echter vrijspraak bepleit en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.

Het hof heeft het beroep op vrijspraak serieus overwogen. De verdachte verklaarde dat hij als bijrijder in de bestelauto van een medeverdachte was gestapt zonder te weten dat er verdovende middelen in de laadruimte lagen. Het hof oordeelde dat deze verklaring niet als onaannemelijk kon worden afgewezen. Na zorgvuldige afweging van het bewijs heeft het hof geconcludeerd dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte te veroordelen voor het ten laste gelegde feit.

Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Tevens is gelast dat het in beslag genomen geldbedrag van € 2.025,75 aan de verdachte wordt teruggegeven. Deze beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en is op de openbare terechtzitting uitgesproken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-002389-13
Uitspraak : 10 maart 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 16 juli 2013 in de strafzaak met parketnummer 01-135949-12 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van - kort gezegd - het medeplegen van het vervoeren van hennep veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig weken met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht. Voorts is een bedrag van € 2.025,75 aan contant geld verbeurd verklaard.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 februari 2012 te Sint-Oedenrode tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 26100 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. Het hof is namelijk van oordeel dat de verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij op enig moment als bijrijder is ingestapt in de bestelauto van de medeverdachte, zonder dat hij wist dat er in de van de cabine gescheiden laadruimte verdovende middelen lagen, niet als onaannemelijk ter zijde kan worden gesteld. Het hof zal verdachte dan ook vrijspreken.
Beslag
Van het onder de verdachte in beslag genomen geldbedrag ad € 2.025,75 zal de teruggave aan de verdachte worden gelast.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de
teruggaveaan verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: € 2.025,75 (goednummer 387600. ibn 01-02-12).
Aldus gewezen door
mr. O.A.J.M. Lavrijssen, voorzitter,
mr. W.E.C.A. Valkenburg en mr. E.A.A.M. Pfeil, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. van den Munckhof, griffier,
en op 10 maart 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. W.E.C.A. Valkenburg is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.