ECLI:NL:GHSHE:2014:644

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 februari 2014
Publicatiedatum
11 maart 2014
Zaaknummer
20-001623-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in verkeerszaak wegens onvoldoende bewijs van bestuurderschap

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond. De verdachte was eerder veroordeeld voor het veroorzaken van een verkeersongeval, waarbij een ander zwaar lichamelijk letsel was toegebracht. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van vier weken opgelegd, waarvan twee weken voorwaardelijk, en een rijontzegging van één jaar. De verdachte ging in hoger beroep tegen dit vonnis.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van drie weken en een rijontzegging van negen maanden. De verdediging pleitte echter voor integrale vrijspraak. Het hof heeft het beroep op vrijspraak gegrond verklaard, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de bestuurder van de motorfiets was ten tijde van het ongeval.

Het hof oordeelde dat de verklaringen van getuigen niet voldoende waren om met redelijke zekerheid vast te stellen dat de verdachte de bestuurder was. De getuige die verklaarde dat de verdachte de bestuurder was, werd door het hof niet overtuigend genoeg geacht, gezien de overige feiten en omstandigheden. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken, vooral in verkeersdelicten waar de gevolgen ernstig kunnen zijn.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-001623-13
Uitspraak : 5 februari 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond van 19 december 2012 in de strafzaak met parketnummer
04/860351-12 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1982],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
volgens opgave van verdachte ter terechtzitting verblijvende te: [adres].
Hoger beroep
Bij voormeld vonnis is de verdachte ter zake van het door zijn schuld veroorzaken van een verkeersongeval, waardoor aan een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een rijontzegging van 1 jaar.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken en een rijontzegging van 9 maanden.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, reeds omdat de politierechter kon volstaan met aantekening van de uitspraak op een aan het dubbel van de dagvaarding gehecht stuk, maar het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 16 maart 2012 in de gemeente Venlo als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (motorfiets), daarmede rijdende over de weg, de Nijmeegseweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, het kruispunt gevormd door voornoemde weg, de Rijksweg te Velden en de noordelijke op- en afrit van de Rijksweg A67, in strijd met een voor hem, verdachte, geldend rood licht uitstralend driekleurig verkeerslicht, op te rijden en/of (vervolgens) op zodanige wijze te sturen althans te rijden althans te remmen dat hij het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad, op het moment dat een hem, verdachte, over die Rijksweg tegemoetkomende personenauto reeds was begonnen bij groen licht dat kruispunt op te rijden teneinde linksaf de oprit naar de A67 in te rijden,
ten gevolge waarvan hij met het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig in botsing of aanrijding is gekomen met die personenauto,
door welk verkeersongeval [getuige] (zijnde passagier van het door verdachte bestuurde motorrijtuig) zwaar lichamelijk letsel, te weten sleutelbeen breuk rechts, bovenarm breuk rechts, ellepijp breuk rechts, knie/onderbeen breuk rechts en/of multipele schaafwonden, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair:
hij op of omstreeks 16 maart 2012 in de gemeente Venlo als bestuurder van een voertuig (motorfiets), daarmee rijdende op de weg, de Nijmeegseweg, het kruispunt gevormd door voornoemde weg, de Rijksweg te Velden en de noordelijke op- en afrit van de Rijksweg A67, in strijd met een voor hem, verdachte, geldend rood licht uitstralend driekleurig verkeerslicht, is opgereden en/of (vervolgens)
op zodanige wijze heeft gestuurd althans gereden althans geremd dat hij het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad, op het moment dat een hem, verdachte, over die Rijksweg tegemoetkomende personenauto reeds was begonnen bij groen licht dat kruispunt op te rijden teneinde linksaf de oprit naar de A67 in te rijden,
ten gevolge waarvan hij met het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig in botsing of aanrijding is gekomen met die personenauto,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op de weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op de weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkwamen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Integrale vrijspraak
Uit het onderzoek ter terechtzitting - onder meer bestaand hebbende uit het ter terechtzitting in hoger beroep horen van getuigen - zijn onvoldoende feiten en omstandigheden gebleken op grond waarvan het hof boven redelijke twijfel kan vaststellen of verdachte dan wel
een ander op 16 maart 2012 op de in de tenlastelegging bedoelde plaats bestuurder is geweest van de in de tenlastelegging bedoelde motorfiets. Hoewel [getuige] stellig is in zijn, onder meer ter terechtzitting in hoger beroep als getuige afgelegde, verklaring dat verdachte de bestuurder is geweest, acht het hof die verklaring, alle voorliggende feiten en omstandigheden afwegend, onvoldoende om daarop een bewezenverklaring in strafrechtelijke zin te gronden. Gelet daarop zal verdachte van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. E.N. van der Spoel, voorzitter,
mr. A.J.M. van Gink en mr. J.W. de Ruijter, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Biljard, griffier,
en op 5 februari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.J.M. van Gink is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.