Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
- primair vrijspraak bepleit;
- subsidiair zich op het standpunt gesteld dat dient te worden volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf en eventueel een taakstraf;
- zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Vonnis waarvan beroep
- die (toen aan harddrugs verslaafde) [slachtoffer 1] in diens auto naar een zogenaamde afwerkplek (parkeerplaats nabij Kreekraksluizen complex te Rilland) gebracht en/of aldaar die [slachtoffer 1] met klanten in contact gebracht voor het verrichten van seksuele handelingen en/of
- (vervolgens) het door die [slachtoffer 1] daarmee verdiende geld geheel en/of gedeeltelijk aan hem, verdachte, af laten geven, en/of
- met het aldus door die [slachtoffer 1] verdiende geld voor/met die [slachtoffer 1] harddrugs is gaan kopen voor die [slachtoffer 1] en/of
- de Identiteitskaart van die [slachtoffer 1] heeft ingenomen en/of in het bezit heeft gehad en/of gehouden en/of
- de/een RABO-bankpas van die [slachtoffer 1] heeft ingenomen en/of in het bezit heeft gehad en/of gehouden en/of
- een sleutel van de woning van die [slachtoffer 1] ongevraagd in zijn bezit heeft gehouden (teneinde op alle tijden toegang te hebben tot de woning van die [slachtoffer 1]) en/of
- seksueel/pornografisch getinte foto's en/of filmopnamen van die [slachtoffer 1] gemaakt en/of in het bezit heeft gehad en/of gehouden en/of tegen die [slachtoffer 1] gezegd die foto's en/of filmopnamen ter hand te stellen aan de ouders van die [slachtoffer 1] indien zij niet voldeed aan zijn wensen op seksueel gebied,
gedurendede ten laste gelegde periode in zijn bezit heeft gehad.
gedurendede ten laste gelegde periode ongevraagd in zijn bezit heeft gehad.
- die toen aan harddrugs verslaafde [slachtoffer 1] in diens auto naar een zogenaamde afwerkplek, parkeerplaats nabij Kreekraksluizen complex te Rilland, gebracht en aldaar die [slachtoffer 1] met klanten in contact gebracht voor het verrichten van seksuele handelingen en
- (vervolgens) het door die [slachtoffer 1] daarmee verdiende geld geheel en gedeeltelijk aan hem, verdachte, af laten geven, en
- met het aldus door die [slachtoffer 1] verdiende geld met die [slachtoffer 1] harddrugs is gaan kopen voor die [slachtoffer 1] en
- de bankpas van die [slachtoffer 1] in het bezit heeft gehad en
- seksueel getinte foto’s en een filmopname van die [slachtoffer 1] in het bezit heeft gehad.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat verdachte misbruik heeft gemaakt van een van harddrugs afhankelijke vrouw, met een psychiatrische problematiek.
- de mate waarin door het bewezen verklaarde handelen van verdachte de geestelijke en lichamelijke integriteit van het slachtoffer zijn aangetast;
- de mate waarin het slachtoffer door verdachte is uitgebuit;
- het feit dat verdachte ter terechtzitting in hoger beroep op geen enkele wijze heeft getoond het laakbare van zijn handelen in te zien.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 14 januari 2014, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder door een strafrechter is veroordeeld;
- het Pro Justitia rapport betreffende psychologisch onderzoek omtrent de persoon van verdachte, uitgebracht op 25 juli 2011, door W.J.L. Lander, psycholoog, op grond waarvan verdachte als volledig toerekeningsvatbaar dient te worden beschouwd en sprake is van een kans op recidive;
- de reclasseringsadviezen van Reclassering Nederland d.d. 31 maart 2011 respectievelijk 21 juli 2011 en 7 januari 2014, omtrent de persoon van de verdachte, opgemaakt door E. Kortsmit respectievelijk E. van Dijke en H.A. Cijsouw;
- de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze ter terechtzitting in hoger beroep aan de orde zijn gekomen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.