ECLI:NL:GHSHE:2014:636

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 maart 2014
Publicatiedatum
11 maart 2014
Zaaknummer
20-003538-12
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van computervredebreuk na verstrekking van toegangscode door aangeefster

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, voor computervredebreuk. De verdachte had zich volgens de tenlastelegging wederrechtelijk toegang verschaft tot het hotmailaccount van de aangeefster. Echter, tijdens het hoger beroep kwam naar voren dat de aangeefster zelf haar toegangscode aan de verdachte had verstrekt in een e-mail van 4 oktober 2010. Dit stond in contrast met haar eerdere verklaring in de aangifte dat zij haar code nooit aan de verdachte had gegeven.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet wederrechtelijk toegang heeft verkregen, aangezien de aangeefster geen verbod heeft gesteld op het gebruik van de toegangscode en ook geen actie heeft ondernomen om de toegangscode te wijzigen. Hierdoor kon niet wettig en overtuigend bewezen worden dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Het hof heeft daarom het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van computervredebreuk.

Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding, die in eerste aanleg niet-ontvankelijk was verklaard. Aangezien de verdachte werd vrijgesproken, kon de benadeelde partij ook in hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Het hof heeft de benadeelde partij in de proceskosten veroordeeld, maar deze zijn begroot op nihil. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. J.W. de Ruijter als voorzitter.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-003538-12
Uitspraak : 5 maart 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, Locatie Middelburg van 12 oktober 2012 in de strafzaak met parketnummer 12-095070-12 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
wonende te[woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van
computervredebreukveroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. Voorts heeft de politierechter beslist over de vordering van de benadeelde partij.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en zal volstaan met een schuldigverklaring zonder oplegging van straf. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar vordering.
Door de verdediging is primair vrijspraak bepleit. Subsidiair, in geval van een bewezenverklaring, heeft de verdediging bepleit om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Tevens is de niet-ontvankelijkheid van de vordering van de benadeelde partij bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2012 tot en met 30 maart 2012 te Goes en/of Almere, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, te weten een hotmail-account ([e-mailadres]), althans in een deel daarvan, is binnen gedrongen, waarbij hij enige beveiliging heeft doorbroken en/of een valse hoedanigheid heeft aangenomen en/of zich de toegang tot voornoemd account/werk heeft verschaft door middel van een valse sleutel.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zodat hij zal worden vrijgesproken. In het bijzonder kan niet worden bewezen dat de verdachte zich wederrechtelijk toegang heeft verschaft tot het hotmailaccount van de aangeefster.
Bij het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat aangeefster zelf, in een email aan de verdachte van 4 oktober 2010, de gebruikersnaam en het wachtwoord van haar hotmailaccount heeft verschaft. Dit in tegenstelling tot de mededeling van aangeefster in de aangifte dat ze haar code nooit aan de verdachte, haar ex-man, heeft gegeven. De verdachte heeft voorts in hoger beroep verklaard dat aangeefster hem nadien nooit heeft verboden gebruik te maken van die toegangscode. Evenmin is gebleken dat aangeefster haar toegangscode heeft aangepast om te voorkomen dat verdachte gebruik zou maken van de code.
Bij deze stand van zaken waren de ten laste gelegde gedragingen niet wederrechtelijk.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd.
Nu aan verdachte ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kan de benadeelde partij [benadeelde] in haar vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk;
Veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten, aan de zijde van de verdachte begroot op nihil.
Aldus gewezen door:
mr. J.W. de Ruijter, voorzitter,
mr. J.C.A.M. Claassens en mr. A.M. Hol, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.M. Spooren, griffier,
en op 5 maart 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.M. Hol is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.