4.2Onder “2 Het geschil” van het bestreden vonnis heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten zij in dit geschil is uitgegaan. Deze feiten zijn niet betwist en vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. De bodemrechter is in de uitspraak van 9 oktober 2013, voor zover relevant, niet van andere feiten uitgegaan. Het hof zal hierna een overzicht geven van de relevante feite
a. [geintimeerde 3.] is (de enige) bestuurder van SGL. Tezamen met [appellant 2.], [appellant 3.] en [appellant 4.] vormde hij in de hier relevante periode het bestuur van SZO. SZO houdt alle aandelen in Tara-Manda B.V. Tot het vermogen van SZO behoort tevens onroerend goed. Tussen SVG en SZO is een overeenkomst gesloten op grond waarvan SVG een voorkeursrecht van koop heeft (of stelt te hebben) met betrekking tot dat onroerend goed.
b. De statuten van SZO, zoals die sinds 2008 en tot voor kort luidden, bevatten onder meer de volgende bepalingen (onderstrepingen toegevoegd):
DOEL
ARTIKEL 2
De stichting heeft ten doel:
(…)
b. het ondersteunen van - en het doen van schenkingen, voor zover de solvabiliteit/liquiditeit zulks toelaten, aan [SVG];
(…)
BESTUUR: SAMENSTELLING, WIJZE VAN BENOEMEN
ARTIKEL 3
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van tenminste drie bestuurders,
waarbij een (1) bestuurslid, niet zijnde de voorzitter, tevens bestuurslid dient te zijn van [SGL].
(…)
BESTUUR: TAAK EN BEVOEGDHEDEN
ARTIKEL 4
(…)
2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding, bezwaring en verhuren van registergoederen, mits het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.
(…)
BESTUUR: DEFUNGEREN
ARTIKEL 7
Een bestuurder defungeert:
(…)
d. door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuurders;
(…)
STATUTENWIJZIGING
ARTIKEL 11
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging moet met unanieme stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
(…)
ONTBINDING EN VEREFFENING
ARTIKEL 12
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
Het bestuur is voorts verplicht de stichting te ontbinden ingeval de tussen [SGL] en [Tara-Manda B.V.] gesloten samenwerkingsovereenkomst zorgfaciliteiten wordt beëindigd.
(…)
3.
Indien het bestuur besluit tot ontbinding zal na vereffening het liquidatiesaldo bestemd zijn voor [SVG].
4.
Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurder als bedoeld in artikel 3 lid 1, tevens bestuurslid van [SGL].
c. SGL heeft haar samenwerkingsovereenkomst met Tara-Manda B.V. opgezegd. Daarover wordt tussen die partijen geprocedeerd voor de rechtbank Limburg. Voorts zijn er, min of meer hieraan gelieerde, procedures aanhangig tussen SGL en haar voormalig bestuurder [voormalig bestuurder van SGL] en tussen SGL en Speciaal Vervoer Limburg B.V.
d. Op 10 juni 2013 heeft [geintimeerde 3.] een oproep ontvangen voor een op 18 juni 2013 te houden bestuursvergadering van SZO, met als agendapunt onder meer “ontslag bestuurslid”.
e. Bij e-mail van 11 juni 2013 aan [appellant 3.] heeft de advocaat van SGL c.s. onder meer het volgende geschreven:
“Van dhr. [geintimeerde 3.] ontvang ik copie van uw uitnodiging voor de bestuursvergadering van SZO te houden op 18 juni 2013. In de agenda is opgenomen als punt 3: “samenstelling bestuur / ontslag bestuurslid”.
Dhr. [geintimeerde 3.] houdt er rekening mee, dat bij de overige bestuursleden van SZO wel eens het voornemen zou kunnen bestaan om te besluiten hem als bestuurslid van SZO te ontslaan. Noch dhr. [geintimeerde 3.] zelf, noch de stichting SGL, kan zich met een dergelijk voornemen verenigen.
Om deze redenen zullen dhr. [geintimeerde 3.] en SGL in kort geding een verbod vorderen jegens het bestuur van SZO om een eventueel (voorgenomen) besluit tot ontslag van dhr. [geintimeerde 3.] als bestuurder van SZO daadwerkelijk te nemen.
f. Op 18 juni 2013 hebben [appellant 2.], [appellant 3.] en [appellant 4.] als bestuurders van SZO het bestuursbesluit genomen [geintimeerde 3.] te ontslaan als bestuurslid van SZO. [geintimeerde 3.] was op die vergadering niet aanwezig. Blijkens de notulen moest het ontslag de mogelijkheid openen voor SZO haar onroerend goed te verkopen. Vervolgens hebben SZO c.s. de registratie van [geintimeerde 3.] als bestuurder van SZO in het Handelsregister laten doorhalen. Bij notariële akte van 20 juni 2013 zijn, op basis van een bestuursbesluit van SZO van 18 juni 2013, de statuten van SZO gewijzigd. Het daartoe strekkende besluit is niet mede door [geintimeerde 3.] genomen. In de gewijzigde statuten zijn de hiervoor onderstreept weergegeven bepalingen in de artikelen 3 en 12 van de (oude) statuten geschrapt.
g. Bij verstekvonnis in kort geding van de rechtbank Limburg van 25 juni 2013 is aan SZO c.s. verboden te besluiten tot het ontslag van [geintimeerde 3.] als bestuurder van SZO en is aan SZO c.s. verboden om zonder medewerking en/of goedkeuring enig besluit te nemen als bestuur van SZO waarvoor krachtens de statuten van SZO unanimiteit bij de besluitvorming is vereist.
h. SGL c.s. hebben SZO c.s. tevergeefs gesommeerd het ontslagbesluit van 18 juni 2013 en de statutenwijziging ongedaan te maken;
i. SGL c.s. hebben bij de rechtbank Limburg een bodemprocedure aanhangig gemaakt waarin zij op de voet van artikel 2:298 BW het ontslag verzoeken van [appellant 2.], [appellant 3.] en [appellant 4.] als bestuurders van SZO. De rechtbank heeft in deze bodemprocedure op 9 oktober 2013 (zie hiervoor onder 4.1) uitspraak gedaan waarbij de rechtbank op het ontslagverzoek van SVG c.s. [appellant 2.] heeft ontslagen als bestuurder van SZO. De rechtbank heeft het ontslagverzoek van SZO c.s. en [appellant 4.] afgewezen.