Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
- Verdachte was voor de onderhavige strafzaak met parketnummer 03/855552-12, opgeroepen voor de zitting van de kinderrechter in de rechtbank Limburg op 30 augustus 2013 om 9.30 uur;
- Verdachte had zijn raadsman gemachtigd om namens hem het woord ter verdediging in deze strafzaak te voeren; hij zou zelf niet ter terechtzitting verschijnen;
- De raadsman was op 30 augustus 2013 in het gerechtsgebouw aanwezig en heeft zich tijdig gemeld aan de balie, onder de mededeling dat hij kwam voor de zitting van verdachte, waarop de baliemedewerker de raadsman meedeelde dat de zitting zou plaatsvinden in zaal F;
- De raadsman heeft gewacht bij zaal F en heeft, nadat de zaak om 9.50 uur nog niet was uitgeroepen, zich nogmaals bij de baliemedewerker gemeld, die hem vertelde dat de zaak niet om 9.30 uur maar om 10.05 uur diende; waarna de raadsman opnieuw heeft gewacht bij zaal F;
- Omstreeks 11.05 uur werd de zaak van verdachte uitgeroepen. Bij het voordragen van de zaak werd de raadsman duidelijk dat het niet ging om de strafzaak met parketnummer 03/855552-12 maar om een andere strafzaak van verdachte, met parketnummer 03/104393-13. Het onderzoek in die laatstbedoelde zaak is vervolgens geschorst teneinde dit misverstand uit te zoeken;
- Bij navraag bleek er op dezelfde dag naast de strafzaak van verdachte met parketnummer 03/855552-12 nog een strafzaak (03/104393-13) tegen verdachte te dienen, waarvan de raadsman niet op de hoogte was;
- De onderhavige zaak met parketnummer 03/855552-12 bleek te zijn uitgeroepen bij zaal
- De raadsman heeft zich vervolgens omstreeks 11.20 uur bij zaal G gevoegd en toen bleek dat de zaak van 9.30 uur (de onderhavige strafzaak) inmiddels bij verstek was afgedaan.
De kinderrechter legde - kort gezegd - aan verdachte ter zake van het eerste feit een deels voorwaardelijke jeugddetentie op en bepaalde voorts dat aan verdachte ter zake van het tweede feit geen straf op maatregel wordt opgelegd.
nietgelijk te stellen aan de situatie waar in de memorie van toelichting op wordt gedoeld, te weten: het niet in stand houden van hoger beroep voor bagatelzaken, waarin de verdachte wel op de hoogte was van de terechtzitting, maar niet van zijn aanwezigheidsrecht (al dan niet via tussenkomst van een gemachtigd raadsman) gebruik wenst te maken.