ECLI:NL:GHSHE:2014:615
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de relatie tussen een vereniging en haar overkoepelende vereniging
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van de vereniging De Kruisvereniging West-Brabant tegen de vereniging Kruiswerk voor U. De zaak betreft de vraag of een vereniging die een afdeling is van een andere vereniging de relatie met de overkoepelende vereniging kan beëindigen. Het hof heeft op 4 maart 2014 arrest gewezen in het incident ex artikel 351 Rv, dat was ingeleid door De Kruisvereniging West-Brabant. De appellante vorderde dat de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, gewezen op 8 januari 2014, werd geschorst. De rechtbank had De Kruisvereniging West-Brabant veroordeeld tot afgifte van het ledenbestand aan Kruiswerk voor U. De appellante stelde dat zij niet kon voldoen aan deze veroordeling omdat zij de namen van haar leden niet mocht afgeven op grond van artikel 8 EVRM en de Wet bescherming persoonsgegevens. Het hof verwierp deze stelling, omdat niet bleek dat het vonnis op dit punt evident onjuist was. Bovendien bleek uit een overgelegd e-mailbericht dat De Kruisvereniging West-Brabant het ledenbestand al had afgegeven aan Kruiswerk voor U. Het hof concludeerde dat er geen belang meer was bij de vordering van De Kruisvereniging West-Brabant. Daarnaast voerde de appellante aan dat zij vreesde dat zij het bedrag dat zij ter uitvoering van het vonnis had betaald, niet terug zou kunnen krijgen van Kruiswerk voor U. Het hof oordeelde dat dit risico niet voldoende was onderbouwd. Uiteindelijk wees het hof de incidentele vordering van De Kruisvereniging West-Brabant af en veroordeelde haar in de proceskosten van het incident. De hoofdzaak werd verwezen naar de rol van 4 maart 2014 voor memorie van antwoord, waarbij iedere beslissing werd aangehouden.