Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/04/123872 KG ZA 13-138)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
geschiedt onder de aangehechte en aan koper bekend zijnde algemene voorwaarden voor verkoop van registergoederen door het Waterschap Roer en Overmaas vastgesteld door het dagelijks bestuur van het waterschap d.d. 11 mei 1993 en onder de uitdrukkelijke bepaling, dat de verkoop formeel door het dagelijks bestuur wordt bekrachtigd.”.
“onder de uitdrukkelijke bepaling dat de verkoop formeel door het dagelijks bestuur wordt bekrachtigd”niet opgevat als een opschortende voorwaarde, maar als een bevestiging dat het DB de voorgenomen transactie reeds had bekrachtigd. Het hof kan [appellant] daarin niet volgen. In deze tekst valt een dergelijke bevestiging niet te lezen (“wordt bekrachtigd”) en het hof acht deze tekst ook voldoende duidelijk, zodat het hof [appellant] niet volgt in zijn stelling dat er alsdan had moeten staan
onder voorbehoud van goedkeuring. De in de tekst gebruikte formulering wijst redelijkerwijs niet op een situatie dat het DB de transactie reeds had goedgekeurd.
“ambtelijk”akkoord was. Volgens [appellant] heeft [rentmeester] gezegd dat
“het Waterschap”akkoord was. Het hof is van oordeel dat, ook als [rentmeester] dit laatste heeft gezegd, daaruit nog niet zonder meer volgt dat een onvoorwaardelijke overeenkomst tot stand is gekomen. Zoals hiervoor al is vermeld, heeft [appellant] immers erkend dat het een feit van algemene bekendheid is dat overheidsinstanties overeenkomsten plegen te sluiten onder de voorwaarde van een positieve uitkomst van de formele besluitvormingsprocedure. Daarbij komt dat [appellant] zelf heeft gesteld dat bij het ondertekenen van de overeenkomsten ter sprake is gekomen dat de zaak eerst rond was zodra het Waterschap de overeenkomsten ook had getekend. Daaruit volgt dat [appellant] tot het moment waarop hij de door het Waterschap ondertekende overeenkomsten ontving, er in ieder geval zelf ook nog vanuit ging dat er tot dan toe nog geen definitieve overeenstemming bestond.