ECLI:NL:GHSHE:2014:602
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- W.H.B. den Hartog Jager
- M. van Ham
- Th.J.A. Kleijngeld
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over ontzegging toegang en contactverbod in huurkwestie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [de man], hierna te noemen appellant, tegen [de vrouw], hierna te noemen geïntimeerde. De zaak betreft een huurkwestie waarbij de geïntimeerde, die een kamer verhuurt aan de appellant, de toegang tot de woning heeft ontzegd en een contactverbod heeft opgelegd. De appellant heeft de huurovereenkomst mondeling opgezegd en later per aangetekend schrijven. De geïntimeerde heeft in kort geding gevorderd dat de kantonrechter de appellant de toegang tot de woning ontzegt en contact met haar verbiedt, wat de kantonrechter grotendeels heeft toegewezen. De appellant is tegen deze beslissing in hoger beroep gegaan.
Het hof heeft de grieven van de appellant beoordeeld. De appellant betwist de ontzegging van de toegang tot de woning en het contactverbod, maar het hof oordeelt dat de voorzieningenrechter in eerste aanleg terecht heeft geoordeeld dat de belangen van de geïntimeerde zwaarder wegen. De appellant heeft niet voldoende gemotiveerd waarom de stellingen van de geïntimeerde onjuist zouden zijn. Het hof wijst erop dat de geïntimeerde zich in een kwetsbare positie bevindt en dat de verhoudingen tussen partijen ernstig zijn verslechterd. De voorlopige maatregelen die zijn getroffen door de kantonrechter zijn daarom gerechtvaardigd.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en de appellant veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 4 maart 2014 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarbij de betrokken rechters de zaak hebben beoordeeld en tot de conclusie zijn gekomen dat de vorderingen van de geïntimeerde terecht zijn toegewezen.