ECLI:NL:GHSHE:2014:5671

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 december 2014
Publicatiedatum
30 december 2014
Zaaknummer
HD 200.134.858_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hennepbezit in woonwagen en bewijsverplichtingen van de huurder

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep van een vrouw tegen Woningstichting Maaskant Wonen. De zaak betreft de aanwezigheid van hennep in een woonwagen op een gehuurde standplaats. De vrouw, hierna te noemen [appellante], was in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, dat op 17 juli 2013 was gewezen. Het hof had eerder op 10 juni 2014 een tussenarrest gewezen waarin Maaskant Wonen was toegelaten om bewijs te leveren dat [appellante] op de hoogte was van de illegale activiteiten van haar ex-partner, die hennep in de woonwagen had verstopt.

Tijdens de procedure heeft Maaskant Wonen schriftelijke bewijsstukken overgelegd, waaronder verklaringen van de directie van een onderhoudsbedrijf en een aanvullend rapport van de politie. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat [appellante] op de hoogte was van de illegale activiteiten van haar ex-partner, die zich bezighield met het voorhanden hebben van wapens en hennep. Het hof concludeert dat [appellante] maatregelen had moeten nemen om dit te voorkomen, gezien de eerdere veroordeling van haar ex-partner voor een hennepdelict.

Het hof heeft [appellante] echter wel het recht gegeven om tegenbewijs te leveren tegen de stelling dat zij op de hoogte was van de gedragingen van haar ex-partner. De zaak is aangehouden voor het leveren van tegenbewijs, waarbij getuigen zullen worden gehoord door de raadsheer-commissaris. De verdere procedure zal worden voortgezet op een later te bepalen datum.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.134.858/01
arrest van 30 december 2014
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna te noemen: [appellante],
advocaat: mr. M.M.F. Starmans te Heerlen,
tegen
Woningstichting Maaskant Wonen,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: Maaskant Wonen,
advocaat: mr. J.F.E. Kikken te Hoensbroek,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 10 juni 2014 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, onder zaaknummer 373567 CV EXPL 13-1731 gewezen vonnis van 17 juli 2013.

6.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 10 juni 2014;
  • de memorie na niet gehouden enquête van Maaskant Wonen met producties;
  • de antwoordmemorie na niet gehouden enquête van [appellante] met één productie.
Partijen hebben arrest gevraagd.

7.De verdere beoordeling

7.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof Maaskant Wonen toegelaten feiten en omstandigheden te bewijzen die de conclusie rechtvaardigen dat [appellante] op de hoogte was van de gedragingen van haar ex-partner, te weten het verstoppen van hennep in het gehuurde in haar afwezigheid, dan wel daar ernstig rekening mee had moeten houden.
7.2.
Maaskant Wonen heeft afgezien van getuigenverhoor, maar heeft bij memorie na niet gehouden enquête schriftelijke bewijsstukken in het geding gebracht, te weten:
- een verklaring d.d. 14 juli 2014 van de directie van Nijbod Consultancy Beheer en
Onderhoud B.V.;
- een aanvullend rapport d.d. 19 juni 2014 van de politie Regio Limburg, district Zuid-West-
Limburg basisteam Westelijke Mijnstreek.
7.3.
Op grond van de thans overgelegde stukken acht het hof vooralsnog toereikend bewijs aanwezig voor de volgende feiten en omstandigheden:
- [appellante] woonde ten tijde van het aantreffen van de hennep op 13 december 2012 met
haar ex-partner [ex-partner] in gezinsverband in de woonwagen op de gehuurde
standplaats;
- op 13 december 2012 lagen in de woonwagen onder het bed in de ouderlijke slaapkamer:
een geweer, een geluiddemper, en telescoopvizier en een zogenaamde schietpen;
- in een muurkast in de ouderslaapkamer lag een zogenaamde Bibi-gun, geschikt voor
bedreiging en afdreiging;
- in een ruimte onder het bad was een plastic zak met 920 gram hennep verstopt;
- in een zwarte tas in de badkamer zat 1029 gram hennep;
- in de voorkamer lagen op de salontafel twee gripzakjes met respectievelijk 10 gram en
1 gram hennep;
- in de woonwagen werd verder een boksbeugel, een kruisboog en illegaal vuurwerk
aangetroffen.
7.4.
Naar het oordeel van het hof staat op grond van de voormelde feiten en omstandigheden vast dat dat de ex-partner van [appellante] zich bezighield met illegale activiteiten waaronder het voorhanden hebben van wapens en bijna twee kilo hennep. Het hof acht verder op grond van het feit dat [appellante] met haar ex-partner in gezinsverband woonde en gelet op de veelheid van de aangetroffen illegale zaken, de conclusie gerechtvaardigd dat [appellante] van deze illegale zaken, waaronder het bezit van hennep, op de hoogte was. Zij had in ieder geval, mede gelet op de eerdere veroordeling van haar ex-partner voor een hennepdelict, ernstig rekening moeten houden met de mogelijkheid van hennepbezit van haar ex-partner en maatregelen moeten nemen om dit te voorkomen. Dat zij dit heeft gedaan is niet gesteld of gebleken.
7.5.
[appellante] heeft in beginsel recht op het leveren van tegenbewijs. Weliswaar heeft zij niet expliciet naar aanleiding van de door Maaskant Wonen na het tussenarrest overgelegde bewijsstukken tegenbewijs aangeboden, maar eerder heeft zij dit aanbod wél gedaan; haar negende grief is gericht tegen het passeren van haar bewijsaanbod door de kantonrechter.
Gelet hierop zal het hof [appellante] toelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de vooralsnog bewezen geachte stelling van Maaskant Wonen dat [appellante] op de hoogte was van de gedragingen van haar ex-partner, te weten het verstoppen van hennep in het gehuurde in haar afwezigheid, dan wel daar ernstig rekening mee had moeten houden.
7.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

8.De uitspraak

Het hof:
laat [appellante] toe tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat dat [appellante] op de hoogte was van de gedragingen van haar ex-partner, te weten het verstoppen van hennep in het gehuurde in haar afwezigheid, dan wel daar ernstig rekening mee had moeten houden;
bepaalt, voor het geval [appellante] bewijs door getuigen wil leveren, dat getuigen zullen worden gehoord ten overstaan van mr. N.J.M. van Etten als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum;
verwijst de zaak naar de rol van 13 januari 2015 voor opgave van het aantal getuigen en van de verhinderdata van partijen zelf, hun advocaten en de getuige(n) in de maanden februari en maart 2015;
bepaalt dat de raadsheer-commissaris na genoemde roldatum dag en uur van het getuigenverhoor zal vaststellen;
bepaalt dat de advocaat van [appellante] tenminste zeven dagen voor het verhoor de namen en woonplaatsen van de te horen getuigen zal opgeven aan de wederpartij en aan de civiele griffie;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. N.J.M. van Etten, I.B.N. Keizer en M.G.W.M. Stienissen en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 30 december 2014.
griffier rolraadsheer