Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
6.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 24 juni 2014;
- de akte uitlaten van Proximedia.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van Proximedia Nederland B.V. tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De zaak betreft een overeenkomst voor informaticaprestaties waarbij de vraag centraal staat of er sprake is van dwaling en wie de bewijslast draagt. Proximedia stelt dat de overeenkomst een niet-reduceerbare en onherroepelijke contractduur van 48 maanden bevat, terwijl de geïntimeerde betwist dat deze voorwaarden correct zijn weergegeven. De geïntimeerde claimt dat haar door een vertegenwoordiger van Proximedia is medegedeeld dat zij kosteloos kon stoppen met de overeenkomst als zij haar onderneming zou beëindigen. Het hof heeft in een tussenarrest van 24 juni 2014 Proximedia in de gelegenheid gesteld om te reageren op deze stelling. Proximedia ontkent dat een dergelijke mededeling is gedaan en stelt dat de bewijslast bij de geïntimeerde ligt. Het hof overweegt dat de schriftelijke overeenkomst dwingend bewijs oplevert van de door Proximedia gestelde voorwaarden. De geïntimeerde wordt toegelaten om tegenbewijs te leveren. Het hof houdt verdere beslissingen aan in afwachting van de bewijslevering. De uitspraak van het hof is gedaan op 30 december 2014, waarbij het hof de geïntimeerde toestaat bewijs te leveren van haar stelling dat zij de overeenkomst kosteloos kan beëindigen. Tevens zijn er afspraken gemaakt voor het horen van getuigen in de zaak.