ECLI:NL:GHSHE:2014:5497
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake griffierecht en ontslag van instantie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door de appellante tegen een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant. De appellante, vertegenwoordigd door mr. E. van der Maal, heeft het hoger beroep ingesteld na een vonnis van 12 juni 2014. De geïntimeerde, h.o.d.n. VitaDomus, vertegenwoordigd door mr. A. Verbroekken, heeft de appellante opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van het hof op 9 september 2014. Tijdens de procedure is vastgesteld dat de appellante het verschuldigde griffierecht niet tijdig heeft voldaan, wat volgens de wet kan leiden tot ontslag van instantie.
De appellante heeft echter aangevoerd dat er sprake was van overmacht, omdat de betaling van het griffierecht door de bank meerdere keren was afgekeurd vanwege een wijziging in de betalingskenmerken. Het hof heeft de argumenten van de appellante in overweging genomen en vastgesteld dat de advocaat van de appellante wel degelijk de intentie had om het griffierecht tijdig te betalen. Het hof heeft besloten om de hardheidsclausule van artikel 127a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toe te passen, waardoor de appellante alsnog in de gelegenheid wordt gesteld om de memorie van grieven in te dienen.
De uitspraak van het hof houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rol van 3 februari 2015 voor het nemen van een memorie van grieven aan de zijde van de appellante, en dat verdere beslissingen worden aangehouden. Dit arrest is op 23 december 2014 in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.