ECLI:NL:GHSHE:2014:5396
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van valse aangifte van mishandeling na twijfel over bekentenis verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder veroordeeld voor het doen van een valse aangifte van mishandeling en kreeg een voorwaardelijke geldboete van € 340, met een proeftijd van twee jaar. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en vrijspraak van de verdachte. De raadsman van de verdachte heeft eveneens vrijspraak bepleit.
Het hof heeft het beroep van de verdachte gegrond verklaard en het vonnis van de politierechter vernietigd. De tenlastelegging betrof een aangifte van mishandeling door de verdachte tegen haar toenmalige werkgever, waarbij zij op 6 oktober 2012 aangifte deed van mishandeling. De verdachte had blauwe plekken op haar armen en benen, wat door de verbalisant was waargenomen en gefotografeerd. Echter, tijdens een verhoor op 4 november 2012 heeft de verdachte verklaard dat haar eerdere aangifte vals was. Het hof plaatst vraagtekens bij deze bekentenis, vooral omdat deze werd afgelegd in het bijzijn van de beschuldigde, wat de betrouwbaarheid van de verklaring in twijfel trekt.
Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is om de valse aangifte wettig en overtuigend te bewijzen. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De beslissing van het hof is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en twee raadsheren aanwezig waren, en is op 19 december 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.