Uitspraak
s-HERTOGENBOSCH
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, waarin zij en de vader ontheven zijn van het ouderlijk gezag over hun dochter, [de dochter]. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot ontheffing van het ouderlijk gezag af te wijzen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de moeder ongeschikt was om haar plicht tot verzorging en opvoeding van [de dochter] te vervullen, wat leidde tot de benoeming van de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant als voogd. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 november 2014, waarbij de moeder niet aanwezig was. De Raad en de stichting hebben hun standpunten toegelicht, waarbij de stichting de onmacht van de moeder benadrukte en de Raad het verzoek tot ontheffing steunde. Het hof heeft de argumenten van de moeder, die stelde dat zij in staat was om voor [de dochter] te zorgen, niet overtuigend geacht. Het hof concludeert dat de wettelijke vereisten voor ontheffing van het gezag zijn vervuld, gezien de omstandigheden van de moeder, waaronder haar gebrek aan een vaste woonplaats en eerdere detentie. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, waarmee de ontheffing van het ouderlijk gezag wordt gehandhaafd.