In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond. De verdachte was eerder veroordeeld voor schuldheling van een laptop en opzetheling van een telefoon. De verdachte had een geldboete van € 750,= opgelegd gekregen, subsidiair 15 dagen hechtenis. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, waarbij het hof de verklaringen van de verdachte over de verwerving van de telefoon als leugenachtig heeft gekwalificeerd. De verdachte had verklaard de telefoon in Polen te hebben gekocht, maar dit stond in strijd met de aangifte van diefstal van de telefoon, die op 26 oktober 2011 had plaatsgevonden. Het hof oordeelde dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de telefoon wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 1 december 2011 een laptop had verworven voor € 20,= van een onbekende Oekraïner, zonder enige documentatie of bewijs van eigendom. Gezien de omstandigheden van de aankoop en de lage prijs had de verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat het om een gestolen goed ging. Het hof heeft de eerdere veroordeling bevestigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een geldboete van € 750,= en 15 dagen hechtenis. De vordering van de benadeelde partij werd opnieuw afgewezen, omdat de schade niet was veroorzaakt door de bewezen verklaarde opzetheling. De kosten van het geding werden gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen.