ECLI:NL:GHSHE:2014:5316

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 december 2014
Publicatiedatum
16 december 2014
Zaaknummer
20-000432-14
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldheling van laptop en opzetheling van telefoon met leugenachtige verklaring van verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond. De verdachte was eerder veroordeeld voor schuldheling van een laptop en opzetheling van een telefoon. De verdachte had een geldboete van € 750,= opgelegd gekregen, subsidiair 15 dagen hechtenis. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, waarbij het hof de verklaringen van de verdachte over de verwerving van de telefoon als leugenachtig heeft gekwalificeerd. De verdachte had verklaard de telefoon in Polen te hebben gekocht, maar dit stond in strijd met de aangifte van diefstal van de telefoon, die op 26 oktober 2011 had plaatsgevonden. Het hof oordeelde dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de telefoon wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 1 december 2011 een laptop had verworven voor € 20,= van een onbekende Oekraïner, zonder enige documentatie of bewijs van eigendom. Gezien de omstandigheden van de aankoop en de lage prijs had de verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat het om een gestolen goed ging. Het hof heeft de eerdere veroordeling bevestigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een geldboete van € 750,= en 15 dagen hechtenis. De vordering van de benadeelde partij werd opnieuw afgewezen, omdat de schade niet was veroorzaakt door de bewezen verklaarde opzetheling. De kosten van het geding werden gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht

Parketnummer : 20-000432-14
Uitspraak : 9 december 2014
VERSTEK o.n.i.p.

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond van 12 december 2012 in de strafzaak met parketnummer
04-850434-11 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
wonende te [adres].
Hoger beroep
Bij het beroepen vonnis is de verdachte ter zake van schuldheling veroordeeld tot een geldboete van € 750,=, subsidiair 15 dagen hechtenis. De benadeelde partij [benadeelde partij] werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding.
De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte ter zake van schuldheling zal veroordelen tot een geldboete ter hoogte van € 750,=, subsidiair 15 dagen hechtenis, met niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in haar vordering.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat de politierechter kon volstaan met aantekening van de uitspraak op een aan het dubbel van de dagvaarding gehecht stuk, maar het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 december 2011 in de gemeente Weert en/of de gemeente Leudal, in elk geval in Nederland, een computer (merk Acer) en/of een telefoon (merk Samsung) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van die computer en/of die telefoon wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 1 december 2011 in Nederland een computer (merk Acer) heeft verworven, terwijl hij ten tijde van de verwerving van die computer redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
en
hij op 1 december 2011 in de gemeente Leudal een telefoon (merk Samsung) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die telefoon wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het arrest gehecht.
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Laptop
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 1 december 2011 in een coffeeshop in Venlo was en -toen hij daar naar de wc ging- werd aangesproken door een Oekraïner die een laptop te koop aanbood. De Oekraïner heeft zich niet voorgesteld; de verdachte kent zijn naam niet. De verdachte heeft gevraagd of de laptop gestolen was. De Oekraïner zei dat hij een dag later de papieren zou kunnen laten zien. Vervolgens heeft de verdachte de laptop achter de coffeeshop voor een bedrag van € 20,= gekocht (p. 60-61). Op een vraag van de politie heeft de verdachte verklaard dat hij denkt dat een nieuwe laptop € 200,= kost (p. 66).
Vast staat dat deze laptop op 29 november 2011 bij een woninginbraak is gestolen.
Gelet op de wijze waarop en plaats waar de koop tot stand is gekomen, het gegeven dat de verdachte niet over de naam en kennelijk evenmin over andere contactgegevens van de verkoper beschikt, het gegeven dat de verkoper tijdens de verkoop kennelijk niet beschikte over een factuur of andere papieren van de laptop, alsmede de ongebruikelijk lage prijs die de verdachte voor de laptop heeft betaald, had hij redelijkerwijs moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Uit het feit dat de verdachte heeft gevraagd of de laptop gestolen was, blijkt ook dat hij ermee rekening heeft gehouden dat de laptop van diefstal afkomstig kon zijn. Door vervolgens kennelijk genoegen te nemen met het antwoord van “de Oekraïner”, zonder enig onderzoek dienaangaande in te stellen – voor welk onderzoek in de gegeven omstandigheden alle aanleiding bestond – heeft de verdachte gehandeld met de voor schuldheling vereiste grove of aanmerkelijke onvoorzichtigheid.
Telefoon
De verdachte heeft op 3 december 2011 bij de politie verklaard dat hij de mobiele telefoon ongeveer zes à zeven maanden eerder in Polen bij een tweedehandswinkel heeft gekocht (p. 64). Op 14 december 2011 verklaarde de verdachte dat hij de telefoon ongeveer een half jaar in zijn bezit heeft en dat hij de telefoon heeft gekocht bij een lommerd in Polen (p. 68).
Uit een proces-verbaal van aangifte d.d. 26 oktober 2011 met bijbehorende goederenbijlage blijkt echter dat de betreffende telefoon op 26 oktober 2011 werd gestolen bij een woninginbraak te Beringe, gemeente Peel en Maas.
Het hof stelt vast dat de verklaringen van de verdachte over de wijze en het tijdstip waarop (omstreeks mei/juni 2011) hij in het bezit zou zijn geraakt van de telefoon, in strijd zijn met de aangifte van diefstal van die telefoon.
Het hof is van oordeel dat deze verklaringen van de verdachte kennelijk leugenachtig zijn en zijn afgelegd om de waarheid – te weten dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de telefoon wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof – te bemantelen.
Gelet op het voorgaande acht het hof de ten laste gelegde opzetheling van de telefoon bewezen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde wordt gekwalificeerd als:

schuldheling en opzetheling.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het bewezen verklaarde.
Op te leggen straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan schuldheling van een laptop en opzetheling van een mobiele telefoon.
Rekening houdend met de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd, acht het hof de door de politierechter opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde geldboete van € 750,= passend en geboden.
Bij de vaststelling van de hoogte van de geldboete heeft het hof rekening gehouden met de financiële draagkracht van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding tot een bedrag van € 2.240,30. De benadeelde partij is in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering en heeft zich in hoger beroep opnieuw in het strafproces gevoegd voor het bedrag van die vordering.
De vordering heeft betrekking op schade die zou zijn geleden door de woninginbraak waarbij onder meer de telefoon, ten aanzien waarvan de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan opzetheling, werd gestolen. Nu de gestelde schade, te weten de waarde van diverse gestolen goederen en de schade aan de woning, niet door de bewezen verklaarde opzetheling is veroorzaakt, kan de benadeelde partij niet in haar vordering worden ontvangen.
Het hof zal de kosten van het geding compenseren, in die zin dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 416 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 750,00 (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] in haar vordering tot schadevergoeding
niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Aldus gewezen door
mr. A.R. Hartmann, voorzitter,
mr. J. Platschorre en mr. H. Harmsen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. P. van Glabbeek, griffier,
en op 9 december 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Harmsen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.