Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat dit type diefstallen niet alleen financiële schade, overlast en ergernis met zich brengt voor de gedupeerden, maar ook dat het vertrouwen van die gedupeerden is beschadigd in degene aan wie zij hun woningen toevertrouwen.
- de inhoud van het haar betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 22 januari 2014, waaruit blijkt dat zij eerder ter zake soortgelijke feiten onherroepelijk is veroordeeld;
- de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken;
- de omstandigheid dat verdachte in hoger beroep alsnog de verantwoordelijkheid voor haar handelwijze heeft genomen.
naar het hof begrijpt) € 1.250,00.
naar het hof begrijpt) het merk Hugo Boss overweegt het hof dat de gestelde schade niet met bewijsstukken (aankoopbon) is onderbouwd en dat - zoals door de benadeelde partij in haar aangifte is verklaard
(dossierpagina 52) - de parfum op enig moment door de verdachte aan de benadeelde partij is teruggegeven. Volgens de benadeelde partij was de fles parfum echter niet meer volledig gevuld en heeft zij (
naar het hof begrijpt) ondanks de teruggave van de parfum nog steeds schade.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van materiële schade(sieraden en parfum) en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor materiële schade(sieraden en parfum), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.