In deze zaak gaat het om de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de dochter] en [de zoon], die zijn geboren uit het inmiddels ontbonden huwelijk van de moeder en de vader. De rechtbank Limburg heeft op 3 juli 2014 besloten om de kinderen onder toezicht te stellen van Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg voor een periode van één jaar. De moeder, die zich niet kan verenigen met deze beslissing, heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 november 2014 zijn de moeder en de vader niet verschenen, maar de raad en de stichting waren wel vertegenwoordigd. De moeder heeft op 27 september 2014 Nederland verlaten en verblijft thans in Frankrijk. Het hof heeft kennisgenomen van de zorgen die zijn geuit door de raad en de stichting over de opvoedsituatie van de kinderen en de moeder. De raad heeft meerdere zorgmeldingen ontvangen die wijzen op een verontrustende situatie, waarbij de veiligheid van de kinderen in het geding zou zijn. Het hof overweegt dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is, ook al is de moeder naar Frankrijk vertrokken. De stichting is bezig met de overdracht van de zaak naar een jeugdzorginstantie in Frankrijk. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en stelt vast dat de ondertoezichtstelling moet voortduren totdat de zaak is overgedragen aan de Franse autoriteiten.