Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
6.De beoordeling
grief 1komt [appellant] allereerst op tegen afwijzing door de kantonrechter van de vordering tot herstel van het niet goed sluitende raam op de babykamer en de daaraan ten grondslag gelegde overweging, dat SWS onweersproken heeft gesteld dat zij niet eerder dan in de procedure in eerste aanleg op de hoogte was van het niet (goed) sluitende raam. Volgens [appellant] heeft hij SWS daarvan al (veel) eerder op de hoogte gesteld.
grief 3komt [appellant] op tegen afwijzing door de kantonrechter van de vordering tot schadevergoeding omdat geen sprake is van een gebrek en omdat SWS niet eerder dan bij de inleidende dagvaarding op de hoogte was gebracht van het niet sluitende raam op de babykamer. Volgens hem is het causaal verband tussen het niet sluitende raam en de hoge stookkosten evident.
“Tevens sluit het raam van de slaapkamer van de baby van [appellant] niet.”.
“Slaapkamer raam die niet dicht gaat door achterstallig onderhoud die ze paar weken nog zijn komen ‘maken’ Woonbedrijf heeft op 18 september 2012 deze klacht in de woning verholpen.”Uit dit e-mailbericht kan niet worden afgeleid dat het gaat om het raam in de babykamer. Bovendien lijkt het bericht tegenstrijdig; het is in ieder geval niet duidelijk of het gebrek aan het (welk?) slaapkamerraam wel of niet hersteld.
“Conclusie”(memorie van grieven onder 26) vordert [appellant] een huurprijsvermindering van 40% vanaf zes maanden voor betekening van de inleidende dagvaarding op de grond dat SWS – hoewel van de gebreken op de hoogte – nalatig is geweest om het raam op de babykamer tijdig te herstellen en nog steeds nalatig is om het gebrek aan het keukenkastje te herstellen. Hoewel [appellant] dit niet met zoveel woorden als grief aanduidt, begrijpt het hof dat hij hiermee bestrijdt de afwijzing van de vordering tot huurprijsvermindering door de kantonrechter. Kennelijk heeft SWS dit ook als zodanig opgevat.