Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 756151 CV EXPL 13-362)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
is bij ons komen kijken naar
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen ABP Dynamics B.V. over de totstandkoming van een overeenkomst voor ICT-diensten. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J. Nederlof, had een overeenkomst gesloten met ABP voor het verlenen van softwarediensten, maar betwistte de verschuldigdheid van de kosten. De kantonrechter had in eerste aanleg geoordeeld dat de appellant de kosten moest betalen, maar de appellant stelde dat de overeenkomst onder een opschortende voorwaarde was gesloten, namelijk dat de diensten pas zouden beginnen na de vervanging van zijn hardware. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld en vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over de feiten en de bewijsvoering. Het hof heeft ABP in de gelegenheid gesteld om ontbrekende producties in het geding te brengen en heeft de appellant toegelaten om bewijs te leveren dat de overeenkomst onder een opschortende voorwaarde is gesloten. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en bewijsvoering. De uitspraak van het hof is gedaan op 9 december 2014.