ECLI:NL:GHSHE:2014:5130

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 december 2014
Publicatiedatum
8 december 2014
Zaaknummer
HV 200.156.671_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de overdracht van eigendom met vruchtgebruik en de bevoegdheid tot vervreemding

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep van een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Tilburg, van 9 juli 2014. De appellant, vertegenwoordigd door mr. V.F. van Nielen-Westerouen van Meeteren, verzocht om vernietiging van de beschikking en om te bepalen dat de overdracht van een aandeel in de eigendom van een onroerende zaak aan de geïntimeerden, broer en zus, enkel zou plaatsvinden met het recht van vruchtgebruik. Tevens vroeg de appellant om de bevoegdheid tot vervreemding en vertering van het aandeel in de woning en om veroordeling van de geïntimeerden in de kosten van beide instanties.

De geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. M.E.J. de Hart, hebben op 13 november 2014 een verweerschrift ingediend waarin zij de stellingen van de appellant bestreden. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 november 2014, waarbij zowel de appellant als de geïntimeerde 1 werden gehoord. Geïntimeerde 2 was niet verschenen. Tijdens de zitting werd de appellant erop gewezen dat ingevolge artikel 676a Rv geen hoger beroep openstaat tegen beschikkingen van de kantonrechter op grond van artikel 4:25 lid 4 BW. Na deze mededeling heeft de appellant besloten om het hoger beroep in te trekken.

Het hof concludeerde dat de appellant zijn grieven tegen de beschikking niet langer handhaafde, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek in hoger beroep. De uitspraak werd gedaan op 4 december 2014 door de rechters R.R.M. de Moor, A.P. Zweers - van Vollenhoven en J.J. Minnaar, en werd in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak : 4 december 2014
Zaaknummer : HV 200.156.671/01
Zaaknummer eerste aanleg : 2990026 OV VERZ 14-2946
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. V.F. van Nielen-Westerouen van Meeteren,
tegen
[geïntimeerde 1],
wonende te [woonplaats],
en
[geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
hierna te noemen: broer en zus [geïntimeerden],
advocaat: mr. M.E.J. de Hart.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Tilburg, van 9 juli 2014.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 26 september 2014, heeft appellant verzocht voormeld te vernietigen en – zakelijk weergegeven – te bepalen dat de overdracht van het aandeel in de eigendom van de onroerende zaak aan [adres] te [plaats] aan broer en zus [geïntimeerden] enkel zal plaatsvinden met het recht van vruchtgebruik, voorts aan [appellant] toe te kennen de bevoegdheid tot vervreemding en vertering van het aan broer en zus [geïntimeerden] over te dragen aandeel in de woning en broer en zus [geïntimeerden] te veroordelen in de kosten van beide instanties. Broer en zus [geïntimeerden] hebben op 13 november 2014 een verweerschrift ingediend, waarin het door [appellant] aangevoerde is bestreden.
2.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 26 november 2014. Bij die gelegenheid is [appellant] gehoord, bijgestaan door mr. V.F. van Nielen-Westerouen van Meeteren. Tevens is gehoord [geïntimeerde 1], bijgestaan door mr. De Hart. [geïntimeerde 2] is niet verschenen.
Nadat het hof [appellant] erop heeft gewezen dat ingevolge artikel 676a aanhef en sub a Rv geen hoger beroep openstaat ter zake door de kantonrechter gegeven beschikkingen ingevolge artikel 4:25 lid 4 BW, nu krachtens bedoelde aanhef geen andere voorziening dan cassatie in belang der wet openstaat, zijn [appellant] en mr. V.F. van Nielen-Westerouen van Meeteren in de gelegenheid gesteld te overleggen. Na hervatting van de mondelinge behandeling heeft mr. V.F. van Nielen-Westerouen van Meeteren verklaard dat het hoger beroep van [appellant] wordt ingetrokken.

3.De beoordeling

Het hof begrijpt uit genoemde mededeling ter zitting in hoger beroep dat [appellant] zijn grieven tegen de beschikking waarvan beroep niet langer handhaaft. Dit brengt mee dat het verzoek in hoger beroep dient te worden afgewezen.

4.De uitspraak

Het hof:
wijst af het verzoek in hoger beroep tegen voormeld vonnis.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R.R.M. de Moor, A.P. Zweers - van Vollenhoven en J.J. Minnaar en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2014.