De stichting voert in het verweerschrift, zoals aangevuld ter zitting - kort samengevat - het volgende aan. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld dat de crisismachtiging uithuisplaatsing van de kinderen en de verlenging van die maatregel noodzakelijk was.
De stichting is van mening dat de moeder de kinderen langdurig en ernstig belast heeft met haar eigen negatieve gevoelens en emoties over de vader, waardoor de kinderen in een ernstig loyaliteitsconflict terecht zijn gekomen. De moeder ziet dit niet in en maakt misbruik van de loyaliteit van de kinderen ten opzichte van haar. Intensieve, langdurige hulpverlening heeft hierin geen verandering kunnen brengen. De moeder gaat keer op keer de strijd aan met de stichting en verliest het belang van de kinderen uit het oog.
Ook na de uithuisplaatsing van de kinderen is de moeder niet in staat gebleken om het belang van de kinderen voorop te stellen. Zo heeft de moeder onder meer geen gebruik gemaakt van de wekelijkse belregeling met de kinderen en heeft de begeleide bezoekregeling aanvankelijk slechts plaats kunnen vinden onder de door de moeder gestelde voorwaarde dat de ‘gezinsmanager’ van de moeder hierbij aanwezig kon zijn.
De stichting ontkent met klem dat haar handelen wordt bepaald door een negatief beeld van de moeder. Ook is er geen sprake van partijdigheid bij de stichting. Een daarop gerichte klacht van de moeder is door de klachtencommissie van de stichting als ongegrond beoordeeld. De handelwijze van de stichting wordt bepaald door het belang van de kinderen.
De moeder heeft zich steeds verzet tegen een co-ouderschapsregeling. Zij heeft altijd gewild dat de kinderen bij haar het hoofdverblijf kregen. De ouderschapsbemiddeling bij Juzt, met daaraan gekoppeld de kindercoaching, is met ingang van 1 september 2014 beëindigd, omdat de moeder niet bereid was om de door haar aanhangig gemaakte procedures betrekking hebbende op de kinderen in te trekken en opnieuw weigerde om zich constructief in te zetten voor het bereiken van een goed co-ouderschap met de vader.
De kinderen hebben zeer te lijden onder hun loyaliteitsproblematiek. De stichting is daarom doende met het aanmelden van de kinderen voor individuele (spel)therapie, waarvoor de stichting reeds een verwijzing heeft gevraagd bij de huisarts. De moeder weigert echter haar toestemming te geven voor het opstarten van deze individuele therapie. De moeder wil alleen toestemming geven wanneer de stichting niet wordt geïnformeerd over de voortgang van de hulpverlening aan de kinderen, hetgeen in de onderhavige situatie zeer onwenselijk is.
Op 7 november 2014 is de weekendbezoekregeling van de kinderen bij de moeder ingegaan. Het is moeilijk voor de moeder om op een goede manier afscheid te nemen van de kinderen.
Sinds de uithuisplaatsing lijken de kinderen de rust en de structuur te hebben gevonden die ze nodig hadden. Het slapen gaat goed. De kinderen luisteren ook beter naar de vader dan voorheen. Uiteraard missen de kinderen de moeder.
De stichting kan zich vinden in een traject bij de praktijk Van Waterschoot, mits de moeder zich in het belang van de kinderen wil inzetten voor een betere communicatie met de vader.
Daarnaast acht de stichting individuele therapie voor de kinderen noodzakelijk.