Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vrouw, bijgestaan door mr. Brokking-Van Alphen;
- de man, bijgestaan door mr. Albrecht.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de wijziging van de kinderalimentatie. De vrouw, appellante in principaal appel en verweerster in incidenteel appel, heeft de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 10 februari 2014 aangevochten. In deze beschikking was de onderhoudsbijdrage voor de kinderen vastgesteld op € 139,- per kind per maand. De man, verweerder in principaal appel en appellant in incidenteel appel, heeft in zijn verweerschrift tevens een verzoek ingediend tot wijziging van deze bijdrage. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 oktober 2014 zijn beide partijen gehoord, waarbij ook de minderjarige [kind 2] haar mening heeft kenbaar gemaakt. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder een brief van de advocaat van de vrouw.
De partijen zijn op 3 september 1994 met elkaar gehuwd en hebben drie kinderen. De rechtbank had eerder de echtscheiding uitgesproken en de afspraken omtrent de alimentatie vastgelegd. De vrouw verzocht om de eerdere beschikking te vernietigen en de man verzocht om een lagere bijdrage. Het hof heeft de partijen erop gewezen dat de kosten van een kind voor rekening komen van de ouder waar het kind het hoofdverblijf heeft. Na overleg hebben partijen overeenstemming bereikt over de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd, behoudens de compensatie van de proceskosten, en de onderhoudsbijdrage voor de kinderen gewijzigd. De man zal nu een bedrag van € 182,- per maand voor [kind 3] en € 125,- per maand voor [kind 2] betalen, met ingang van 10 februari 2014. De vrouw is niet gehouden om eventueel teveel ontvangen onderhoudsbijdragen terug te betalen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.