In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, waarin een mentorschap was ingesteld over [belanghebbende 1]. De appellante, [appellante], was de moeder van [belanghebbende 1] en de geïntimeerde, [geïntimeerde], was haar zus. De rechtbank had zowel [appellante] als [geïntimeerde] benoemd tot mentoren. De appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 oktober 2014 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft kennisgenomen van de eerdere beschikking en de inhoud van de mondelinge behandeling in eerste aanleg. Tijdens de zitting hebben de partijen ingestemd met deelname aan een mediationtraject om tot een oplossing te komen. Het hof heeft besloten de verdere behandeling van de zaak aan te houden tot 26 februari 2015, om de resultaten van het mediationtraject af te wachten. De raadslieden van beide partijen zijn verzocht het hof schriftelijk op de hoogte te stellen van het verloop van het traject. De beslissing van het hof was om de partijen door te verwijzen naar een mediator en verdere beslissingen aan te houden tot de genoemde datum.