In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie, waarbij de vrouw in hoger beroep is gekomen tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 7 januari 2014. De rechtbank had het verzoek van de vrouw om een bijdrage in haar levensonderhoud afgewezen. De vrouw verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en een maandelijkse bijdrage van € 1.977,- bruto per maand vast te stellen, met een verzoek om een lagere bijdrage van € 736,- bruto per maand voor de periode van 21 mei 2014 tot 1 oktober 2014 en € 638,- bruto per maand vanaf 1 oktober 2014. De man verzocht het hof om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar appel, dan wel het appel als ongegrond af te wijzen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 oktober 2014 zijn beide partijen gehoord, bijgestaan door hun advocaten. Het hof heeft kennisgenomen van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen. De vrouw heeft gesteld dat zij onvoldoende inkomen genereert om in haar levensonderhoud te voorzien, terwijl de man betoogde dat de vrouw in staat moet worden geacht om haar verdiencapaciteit te benutten en dat de onderhoudsbijdrage na twee jaar op nihil moet worden gesteld.
Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw een netto inkomen van € 942,- per maand heeft en dat haar aanvullende behoefte ten minste € 638,- bruto per maand bedraagt. Het hof oordeelde dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich heeft ingespannen om een inkomen te genereren, maar dat er geen reden is om aan te nemen dat deze inspanningen binnen twee jaar tot het gewenste resultaat zullen leiden. De draagkracht van de man is vastgesteld op € 779,- bruto per maand.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover het de partneralimentatie betreft en heeft het de man verplicht om aan de vrouw een bijdrage van € 736,- bruto per maand te betalen voor de periode van 21 mei 2014 tot 1 oktober 2014 en € 638,- bruto per maand vanaf 1 oktober 2014. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.